Zoek woord tijd heeft 10 resultaten
NL Nederlands CS Tsjechisch
tijd {m} čas
tijd (int n v) [inevitable passing of events] {m} čas (int n v) [inevitable passing of events]
tijd (int n v) [measurement of a quantity of time] {m} čas (int n v) [measurement of a quantity of time]
tijd (int n v) [measurement under some system of the time of day or moment in time] {m} čas (int n v) [measurement under some system of the time of day or moment in time]
tijd (int n v) [particular moment or hour] {m} čas (int n v) [particular moment or hour]
NL Nederlands CS Tsjechisch
tijd (int n v) [quantity of availability in time] {m} čas (int n v) [quantity of availability in time]
tijd (n adj v) [verb forms distinguishing time] {m} čas (n adj v) [verb forms distinguishing time]
tijd (int n v) [youth or young adulthood] {m} časy (int n v) {m} [youth or young adulthood]
tijd (n v) [particular period of time in history] {m} doba (n v) {f} [particular period of time in history]
tijd (n adj v) [verb forms distinguishing time] {m} slovesný čas (n adj v) [verb forms distinguishing time] (n adj v)
NL Synoniemen voor tijd CS Vertalingen
tijdperk [episode] n období
periode [episode] f období
jaar [bouwjaar] n ročník
kans [aanleiding] m pravděpodobnost
mogelijkheid [aanleiding] f příležitost (n v adj)
moment [aanleiding] n sekunda
gelegenheid [aanleiding] f příležitost (n v adj)
duur [periode] m nákladný {m}
tijdstip [moment] n doba {f}
uur [moment] n hodina
era [tijdperk] m období