Zoek woord zij het heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
zij het (o) [algemeen] om (o) [algemeen]
zij het (o) [algemeen] ifall (o) [algemeen]

NL SV Vertalingen voor zij

zij (o) [algemeen] {m} de (o) [algemeen]
zij (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] {m} de (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
zij (pronoun determiner) [third-person plural pronoun] {m} de (pronoun determiner) [third-person plural pronoun]
zij (o) [algemeen] {m} henne (o) [algemeen]
zij (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] {m} henne (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
zij (n) [textiel] {m} silke (n) {n} [textiel]
zij (o) [algemeen] {m} hon (o) [algemeen]
zij (pronoun n) [person] {m} hon (pronoun n) [person]
zij (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] {m} hon (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
zij (pronoun determiner) [third-person plural pronoun] {m} dom (pronoun determiner) [third-person plural pronoun] (u)

NL SV Vertalingen voor het

het (article adv) [article] det (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] det (o) [bepaald lidwoord]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] det (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] det (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] det (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] det (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
het (article adv) [with a superlative] det (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] det (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (article adv) [article] den (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] den (o) [bepaald lidwoord]