NL SV Nederlands Zweeds vertalingen voor zich afbeulen
Zoek woord zich afbeulen heeft 4 resultaten
Ga naar
NL | Nederlands | SV | Zweeds | |
---|---|---|---|---|
zich afbeulen (v) [werk] | knoga (v) [werk] | |||
zich afbeulen (v) [werk] | knega (v) [werk] | |||
zich afbeulen (v) [werk] | slava (v) [werk] | |||
zich afbeulen (v) [werk] | slita (v) [werk] |
NL SV Vertalingen voor zich
zich (v) [survive; to do well enough] | klara sig (v) [survive; to do well enough] | |||
zich (v) [to seize power] | tillskansa sig (v) [to seize power] | |||
zich (n v) [put on clothes] | ta på sig (n v) [put on clothes] | |||
zich (v n) [make a firm decision] | besluta (v n) [make a firm decision] | |||
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] | er (o) [wederkerend vnw. - enk.] | |||
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] | er (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] | |||
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] | er (o) [wederkerend voornaamwoord] | |||
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] | er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] | |||
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] | er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] | |||
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] | eder (o) [wederkerend vnw. - enk.] |