Zoek woord plezier beleven aan heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
plezier beleven aan (v) [ervaring] njuta av (v) [ervaring]

NL SV Vertalingen voor plezier

plezier (n) [algemeen] {n} nöje (n) {n} [algemeen]
plezier (n) [gevoelens] {n} nöje (n) {n} [gevoelens]
plezier (n) [gevoelstoestand] {n} nöje (n) {n} [gevoelstoestand]
plezier (n) [vermaak] {n} nöje (n) {n} [vermaak]
plezier (n) [vreugde] {n} nöje (n) {n} [vreugde]
plezier (n) [algemeen] {n} behag (n) {n} [algemeen]
plezier (n) [gevoelens] {n} behag (n) {n} [gevoelens]
plezier (n) [gevoelstoestand] {n} behag (n) {n} [gevoelstoestand]
plezier (n) [vermaak] {n} behag (n) {n} [vermaak]
plezier (n) [vreugde] {n} behag (n) {n} [vreugde]

NL SV Vertalingen voor beleven

beleven (v) [geestelijke gewaarwording] inse (v) [geestelijke gewaarwording]
beleven (v) [geestelijke gewaarwording] känna (v) [geestelijke gewaarwording]
beleven (v) [geestelijke gewaarwording] erfara (v) [geestelijke gewaarwording]
beleven (n v) [to observe or undergo] erfara (n v) [to observe or undergo]
beleven (v) [geestelijke gewaarwording] vara medveten om (v) [geestelijke gewaarwording]
beleven (n v) [to observe or undergo] uppleva (n v) [to observe or undergo]

NL SV Vertalingen voor aan

aan (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] till (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
aan (particle prep adv) [used to indicate the indirect object] till (particle prep adv) [used to indicate the indirect object]
aan (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] mot (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
aan (particle prep adv) [used to indicate the indirect object] åt (particle prep adv) [used to indicate the indirect object]
aan (o) [nabijheid] vid (o) [nabijheid]
aan (o) [nabijheid] nära (o) [nabijheid]
aan (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] med (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
aan (prep) [the option or decision of] upp till (prep) [the option or decision of]