Zoek woord het effect tenietdoen van heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
het effect tenietdoen van (v) [effect] neutralisera (v) [effect]

NL SV Vertalingen voor het

het (article adv) [article] det (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] det (o) [bepaald lidwoord]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] det (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] det (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] det (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] det (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
het (article adv) [with a superlative] det (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] det (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (article adv) [article] den (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] den (o) [bepaald lidwoord]

NL SV Vertalingen voor effect

effect (n v) [result of an action] {n} resultat (n v) {n} [result of an action]
effect (n) [resultaat] {n} resultat (n) {n} [resultaat]
effect (n v) [result of an action] {n} effekt (n v) [result of an action] (u)
effect (n) [algemeen] {n} verkan (n) [algemeen] (invariable)

NL SV Vertalingen voor tenietdoen

tenietdoen (v) [wetten] upplösa (v) [wetten]
tenietdoen (v) [wetten] avskaffa (v) [wetten]
tenietdoen (v) [wetten] annullera (v) [wetten]
tenietdoen (v) [ondoeltreffendheid] upphäva (v) [ondoeltreffendheid]
tenietdoen (v) [vernietigen] upphäva (v) [vernietigen]
tenietdoen (v) [wetten] upphäva (v) [wetten]
tenietdoen (v) [wetten] återkalla (v) [wetten]
tenietdoen (v) [overeenkomst] riva upp (v) [overeenkomst]
tenietdoen (v) [ondoeltreffendheid] förgöra (v) [ondoeltreffendheid]
tenietdoen (v) [vernietigen] förgöra (v) [vernietigen]

NL SV Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] för (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] till (o) [algemeen]
van (o) [bezit] (o) [bezit]
van (o) [boeken] (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] (o) [plaats]
van (o) [tijd] (o) [tijd]
van (o) [bezit] av (o) [bezit]
van (o) [boeken] av (o) [boeken]
van (o) [materiaal] av (o) [materiaal]