Zoek woord het eens zijn met heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
het eens zijn met (v) [algemeen] vara överens med (v) [algemeen]
het eens zijn met (v) [algemeen] vara ense med (v) [algemeen]

NL SV Vertalingen voor het

het (article adv) [article] det (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] det (o) [bepaald lidwoord]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] det (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] det (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] det (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] det (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
het (article adv) [with a superlative] det (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] det (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (article adv) [article] den (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] den (o) [bepaald lidwoord]

NL SV Vertalingen voor eens

eens (adj v adv n) [implying extreme example] även (adj v adv n) [implying extreme example]
eens (adj v adv n) [implying extreme example] till och med (adj v adv n) [implying extreme example]
eens (o) [verleden] förr (o) [verleden]
eens (o) [verleden] tidigare (o) [verleden]
eens (o) [hoeveelheid] en gång (o) [hoeveelheid]
eens (o) [toekomst] en gång (o) [toekomst]
eens (o) [verleden] en gång (o) [verleden]
eens (o) [hoeveelheid] någon gång (o) [hoeveelheid]
eens (o) [toekomst] någon gång (o) [toekomst]
eens (o) [verleden] någon gång (o) [verleden]

NL SV Vertalingen voor zijn

zijn (v) [algemeen] {n} vara belägen (v) [algemeen]
zijn (v) [filosofie] {n} vara belägen (v) [filosofie]
zijn (v) [plaats] {n} vara belägen (v) [plaats]
zijn (v) [occupy a place] {n} ligga (v) [occupy a place]
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} vara (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} vara (v) [algemeen]
zijn (v) [elliptical form of "be here", or similar] {n} vara (v) [elliptical form of "be here", or similar]
zijn (v) [filosofie] {n} vara (v) [filosofie]
zijn (v) [occupy a place] {n} vara (v) [occupy a place]
zijn (v) [occur, take place] {n} vara (v) [occur, take place]

NL SV Vertalingen voor met

met (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] till (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
met (prep) [against] mot (prep) [against]
met (o) [algemeen] mot (o) [algemeen]
met (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] mot (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
met (o) [algemeen] garnerad med (o) [algemeen]
met (o) [eigenschap] garnerad med (o) [eigenschap]
met (o) [in het geval van] garnerad med (o) [in het geval van]
met (o) [middel] garnerad med (o) [middel]
met (o) [op hetzelfde tempo als] garnerad med (o) [op hetzelfde tempo als]
met (o) [positie] garnerad med (o) [positie]