Zoek woord het bewijs geven van heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
het bewijs geven van (v) [algemeen] bevisa (v) [algemeen]

NL SV Vertalingen voor het

het (article adv) [article] det (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] det (o) [bepaald lidwoord]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] det (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] det (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] det (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] det (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
het (article adv) [with a superlative] det (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] det (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (article adv) [article] den (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] den (o) [bepaald lidwoord]

NL SV Vertalingen voor bewijs

bewijs (n) [algemeen] {n} tecken (n) {n} [algemeen]
bewijs (n) [feiten] {n} tecken (n) {n} [feiten]
bewijs (n) [rechten] {n} tecken (n) {n} [rechten]
bewijs (n) [teken] {n} tecken (n) {n} [teken]
bewijs (n) [theorie] {n} tecken (n) {n} [theorie]
bewijs (n) [algemeen] {n} bevis (n) {n} [algemeen]
bewijs (n) [document] {n} bevis (n) {n} [document]
bewijs (n v) [facts presented in support of an assertion] {n} bevis (n v) {n} [facts presented in support of an assertion]
bewijs (n) [feiten] {n} bevis (n) {n} [feiten]
bewijs (n) [rechten] {n} bevis (n) {n} [rechten]

NL SV Vertalingen voor geven

geven (v) [algemeen] överlämna (v) [algemeen]
geven (v) [geschenk] överlämna (v) [geschenk]
geven (v) [overhandigen] överlämna (v) [overhandigen]
geven (v) [spelen - kaarten] överlämna (v) [spelen - kaarten]
geven (v) [voorwerp] överlämna (v) [voorwerp]
geven (v) [wiskunde] anta (v) [wiskunde]
geven (v) [algemeen] ge (v) [algemeen]
geven (v) [geschenk] ge (v) [geschenk]
geven (v) [overhandigen] ge (v) [overhandigen]
geven (v) [spelen - kaarten] ge (v) [spelen - kaarten]

NL SV Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] för (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] till (o) [algemeen]
van (o) [bezit] (o) [bezit]
van (o) [boeken] (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] (o) [plaats]
van (o) [tijd] (o) [tijd]
van (o) [bezit] av (o) [bezit]
van (o) [boeken] av (o) [boeken]
van (o) [materiaal] av (o) [materiaal]