NL SL Nederlands Sloveens alfabetisch woordenboek A
- a.m. ... aan het lijntje houden
- aan het spel zijn ... aandeelhouder
- aandeelhouder ... aankunnen
- aankweken ... aantasting
- aantekening ... aanwinst
- aanzetten ... abdij
- abdis ... absorbeerbaar
- absorberen ... academisch
- academisch ... achromatisch
- achromatisch ... achterklap
- achterklap ... acrofobie
- acroniem ... acupunctuur
- acuut ... adjudant
- administrateur ... adviserend
- adviseur ... afbranden
- afbranden ... afdwaling
- afdwaling ... afgesloten gedeelte
- afgesloten gedeelte ... Afghanistan
- afgieten ... afhouden van
- afkanten ... afkoppelen
- afkoppelen ... afleidings-
- afleidings- ... afmaken
- afmaken ... afperken
- afperken ... afronding
- afronding ... afschrikking
- afschrikking ... afslijting
- afsluiten ... afstand
- afstand ... aftakking
- aftakking ... afvalprodukt
- afvalstof ... afweiden
- afweiden ... afwisselend
- afwisseling ... agaat
- agaat ... agressor
- agressor ... akkerbouw
- akkerland ... alabast
- alabast ... alert
- alert ... Algol
- alhier ... alleen
- alleen ... allerminst
- allerminst ... allrounder
- allrounder ... als een kostbaarheid bewaren
- als een schat bewaren ... alternerend
- alternerend ... amaryllis
- amateur ... ambtenarij
- ambtgenote ... Amerikaans voetbal
- Amerikaanse ... ammoniet
- ammonium ... anaal
- anaconda ... andermaal
- andermaal ... annex
- annex ... antiklerikaal
- antilichaam ... appelsap
- appelsien ... aristocrate
- aristocrate ... attent maken op
- attent maken op ... autokerkhof
- autokerkhof ... avondmaaltijd
- avondmaaltijd ... aëronautisch