Zoek woord torcer heeft 29 resultaten
PT Portugees NL Nederlands
torcer (v) [corda] vlechten (v) [corda]
torcer (n v) [cheer] supporteren (n v) [cheer]
torcer (v) [medicina] verrekken (v) [medicina]
torcer (n v) [to sprain a joint] verzwikken (n v) [to sprain a joint]
torcer (v) [medicina] verzwikken (v) [medicina]
PT Portugees NL Nederlands
torcer (n v) [to weaken a joint, ligament, or muscle] verstuiken (n v) [to weaken a joint, ligament, or muscle]
torcer (n v) [to sprain a joint] verstuiken (n v) [to sprain a joint]
torcer (v) [medicina] verstuiken (v) [medicina]
torcer (v) [corda] tweernen (v) [corda]
torcer (v) [corda] twijnen (v) [corda]
torcer (v) [corda] in elkaar draaien (v) [corda]
torcer (v) [pescoço] omdraaien (v) [pescoço]
torcer (v) [orelha] knijpen (v) [orelha]
torcer (n v) [to sprain a joint] omslaan (n v) [to sprain a joint]
torcer (n v) [cheer] juichen (n v) {n} [cheer]
torcer (v) [medicina] ontwrichten (v) [medicina]
torcer (v) [verdade] vertekenen (v) [verdade]
torcer (v) [fato] vertekenen (v) [fato]
torcer (v) [verdade] verwringen (v) [verdade]
torcer (v) [fato] verwringen (v) [fato]
torcer (v) [verdade] verdraaien (v) [verdade]
torcer (v) [fato] verdraaien (v) [fato]
torcer (v) [to hold tightly and press or twist] wringen (v) [to hold tightly and press or twist]
torcer (n v) [cheer] aanvuren (n v) [cheer]
torcer (v) [medicina] overbelasten (v) [medicina]
torcer (v) [vestimenta] uitwringen (v) [vestimenta]
torcer (v) [to squeeze or twist tightly so that liquid is forced out] uitwringen (v) [to squeeze or twist tightly so that liquid is forced out]
torcer (v) [medicina] luxeren (v) [medicina]
torcer (v) [medicina] dislokeren (v) [medicina]

Portugees Nederlands vertalingen

PT Synoniemen voor torcer NL Vertalingen
alterar [adulterar] przerobić (siehe przerabiać)
distorcer [depravar] wypaczać (v)
contrair [contorcer] kurczyć się
recolher [arrastar] zgromadzić
arrancar [arrastar] odrywać