Zoek woord onder woorden brengen heeft 15 resultaten
NL Nederlands PT Portugees
onder woorden brengen (v) [gevoelens] {n} colocar (v) [gevoelens]
onder woorden brengen (v) [verwoorden] {n} colocar (v) [verwoorden]
onder woorden brengen (n) [aktie] {n} redação (n) {f} [aktie]
onder woorden brengen (v) [gevoelens] {n} formular (v) [gevoelens]
onder woorden brengen (v) [verwoorden] {n} formular (v) [verwoorden]
NL Nederlands PT Portugees
onder woorden brengen (v) [gevoelens] {n} expressar em palavras (v) [gevoelens]
onder woorden brengen (v) [verwoorden] {n} expressar em palavras (v) [verwoorden]
onder woorden brengen (v) [gevoelens] {n} expressar (v) [gevoelens]
onder woorden brengen (v) [verwoorden] {n} expressar (v) [verwoorden]
onder woorden brengen (v) [gevoelens] {n} exprimir (v) [gevoelens]
onder woorden brengen (v) [verwoorden] {n} exprimir (v) [verwoorden]
onder woorden brengen (v) [gevoelens] {n} manifestar (v) [gevoelens]
onder woorden brengen (v) [verwoorden] {n} manifestar (v) [verwoorden]
onder woorden brengen (n) [aktie] {n} fraseologia (n) {f} [aktie]
onder woorden brengen (n v int) [say or write using particular words] {n} frasear (n v int) [say or write using particular words]

NL PT Vertalingen voor onder

onder (prep adv) [lower in value than] menos (prep adv) [lower in value than]
onder (adv prep) [below or underneath] abaixo (adv prep) [below or underneath]
onder (o) [positie] abaixo (o) [positie]
onder (adv prep) [below or underneath] embaixo (adv prep) [below or underneath]
onder (prep adv adj) [beneath the surface of] embaixo (prep adv adj) [beneath the surface of]
onder (prep adv adj) [in a lower level than] embaixo (prep adv adj) [in a lower level than]
onder (prep) [Used to denote a mingling or intermixing] entre (prep) [Used to denote a mingling or intermixing]
onder (prep) [combined by effort or ownership] entre (prep) [combined by effort or ownership]
onder (o) [tussen] entre (o) [tussen]
onder (o) [tussen] no meio de (o) [tussen]

NL PT Vertalingen voor brengen

brengen (v) [halen] buscar (v) [halen]
brengen (v) [halen] apanhar (v) [halen]
brengen (v) [halen] trazer (v) [halen]
brengen (v) [persoon] trazer (v) [persoon]
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] trazer (v) [to transport toward somebody/somewhere]
brengen (v) [voldoening] trazer (v) [voldoening]
brengen (v) [voorwerpen] trazer (v) [voorwerpen]
brengen (v) [voldoening] proporcionar (v) [voldoening]
brengen (v) [persoon] portar (v) [persoon]
brengen (v) [voorwerpen] portar (v) [voorwerpen]