Zoek woord moeilijk uit te spreken zin heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
moeilijk uit te spreken zin (n) [algemeen] {m} quebra-língua (n) {m} [algemeen]

NL PT Vertalingen voor moeilijk

moeilijk (a) [vervelend] desagradável (a) [vervelend]
moeilijk (a) [inspanning] pesado (a) [inspanning]
moeilijk (a) [karakter] pesado (a) [karakter]
moeilijk (a) [lastig] pesado (a) [lastig]
moeilijk (a) [probleem] pesado (a) [probleem]
moeilijk (a) [situatie] pesado (a) [situatie]
moeilijk (a) [inspanning] duro (a) {m} [inspanning]
moeilijk (a) [karakter] duro (a) {m} [karakter]
moeilijk (a) [lastig] duro (a) {m} [lastig]
moeilijk (a) [probleem] duro (a) {m} [probleem]

NL PT Vertalingen voor uit

uit (o) [oorsprong] proveniente de (o) [oorsprong]
uit (o) [plaats] proveniente de (o) [plaats]
uit (o) [oorsprong] por (o) [oorsprong]
uit (o) [plaats] por (o) [plaats]
uit (o) [reden] por (o) [reden]
uit (o) [reden] porque (o) [reden]
uit (o) [reden] como conseqüência de (o) [reden]
uit (o) [reden] por causa de (o) [reden]
uit (o) [oorsprong] de (o) [oorsprong]
uit (o) [plaats] de (o) [plaats]

NL PT Vertalingen voor te

te (o) [graad] demais (o) [graad]
te (adv) [more than enough; ''as too much''] demais (adv) [more than enough; ''as too much'']
te (o) [graad] demasiado (o) [graad]
te (particle prep adv) [infinitive-marker] -ar (particle prep adv) [infinitive-marker] (particle prep adv)

NL PT Vertalingen voor spreken

spreken (n) [aktie] {n} discurso (n) {m} [aktie]
spreken (v) [woorden] {n} articular (v) [woorden]
spreken (v) [woorden] {n} pronunciar (v) [woorden]
spreken (v) [toespraak] {n} declamar (v) [toespraak]
spreken (v) [toespraak] {n} fazer discurso (v) [toespraak]
spreken (v) [toespraak] {n} discursar (v) [toespraak]
spreken (v) [toespraak] {n} orar (v) [toespraak]
spreken (v) [een gesprek voeren] {n} falar (v) [een gesprek voeren]
spreken (v) [taal] {n} falar (v) [taal]
spreken (v n) [to be able to communicate in a language] {n} falar (v n) [to be able to communicate in a language]

NL PT Vertalingen voor zin

zin (n) [algemeen] {m} significado (n) {m} [algemeen]
zin (n) [bedoeling] {m} significado (n) {m} [bedoeling]
zin (n) [belangrijkheid] {m} significado (n) {m} [belangrijkheid]
zin (n) [betekenis] {m} significado (n) {m} [betekenis]
zin (n) [fysiologie] {m} significado (n) {m} [fysiologie]
zin (n) [logica] {m} significado (n) {m} [logica]
zin (n) [richting] {m} significado (n) {m} [richting]
zin (n) [algemeen] {m} sentido (n) {m} [algemeen]
zin (n) [bedoeling] {m} sentido (n) {m} [bedoeling]
zin (n) [belangrijkheid] {m} sentido (n) {m} [belangrijkheid]