Zoek woord het gevoel voor richting ontnemen heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
het gevoel voor richting ontnemen (v) [algemeen] desorientar (v) [algemeen]
het gevoel voor richting ontnemen (v) [algemeen] desnortear (v) [algemeen]

NL PT Vertalingen voor het

het (article adv) [article] a (article adv) [article]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] a (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] a (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (n v abbr) [work, suffice] servir (n v abbr) [work, suffice]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] isso (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] isso (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] isto (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] isto (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [article] o (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] o (o) [bepaald lidwoord]

NL PT Vertalingen voor gevoel

gevoel (adj n) [emotion] {n} impressão (adj n) {f} [emotion]
gevoel (n) [gedachte] {n} sensação (n) {f} [gedachte]
gevoel (n) [geestestoestand] {n} sensação (n) {f} [geestestoestand]
gevoel (n) [gevoelens] {n} sensação (n) {f} [gevoelens]
gevoel (n) [intuïtie] {n} sensação (n) {f} [intuïtie]
gevoel (n) [richting] {n} sensação (n) {f} [richting]
gevoel (adj n) [sensation] {n} sensação (adj n) {f} [sensation]
gevoel (n) [zintuiglijke gewaarwording] {n} sensação (n) {f} [zintuiglijke gewaarwording]
gevoel (n) [gedachte] {n} opinião (n) {f} [gedachte]
gevoel (n) [geestestoestand] {n} opinião (n) {f} [geestestoestand]

NL PT Vertalingen voor voor

voor (o) [algemeen] {m} para (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} para (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [plaats] {m} para (o) [plaats]
voor (o) [ruil] {m} para (o) [ruil]
voor (o) [tijd] {m} para (o) [tijd]
voor (o) [algemeen] {m} por (o) [algemeen]
voor (prep conj) [in exchange for] {m} por (prep conj) [in exchange for]
voor (conj prep) [over a period of time] {m} por (conj prep) [over a period of time]
voor (o) [prijs] {m} por (o) [prijs]
voor (o) [ruil] {m} por (o) [ruil]

NL PT Vertalingen voor richting

richting (n) [gebouw] {f} aspecto (n) {m} [gebouw]
richting (n) [indication of the point toward which an object is moving] {f} direção (n) {f} [indication of the point toward which an object is moving]
richting (n) [oriëntatie] {f} direção (n) {f} [oriëntatie]
richting (n) [oriëntatie] {f} caminho (n) {m} [oriëntatie]
richting (n) [mode] {f} tendência (n) {f} [mode]
richting (n) [oriëntatie] {f} curso (n) {m} [oriëntatie]
richting (n) [oriëntatie] {f} rumo (n) {m} [oriëntatie]
richting (n) [gebouw] {f} orientação (n) {f} [gebouw]

NL PT Vertalingen voor ontnemen

ontnemen (v) [voorwerpen] tirar (v) [voorwerpen]
ontnemen (v) [voorwerpen] tomar (v) [voorwerpen]
ontnemen (v) [voorwerpen] desapossar (v) [voorwerpen]
ontnemen (v) [To take away someone or something important or close] espoliar (v) [To take away someone or something important or close]
ontnemen (v) [take something away; deny someone of something] privar (v) [take something away; deny someone of something]