Zoek woord óf het een óf het andere heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
óf het een óf het andere (o) [keuze] você não pode ter as duas coisas (o) [keuze]

NL PT Vertalingen voor het

het (article adv) [article] a (article adv) [article]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] a (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] a (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (n v abbr) [work, suffice] servir (n v abbr) [work, suffice]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] isso (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] isso (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] isto (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] isto (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [article] o (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] o (o) [bepaald lidwoord]

NL PT Vertalingen voor een

een (v) [to fart] {m} soltar (v) [to fart]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} tomar (n v) [to bathe using a shower]
een (a) [algemeen] {m} um certo (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} um certo (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} um certo (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (a) [algemeen] {m} uma certa (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} uma certa (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} uma certa (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (a) [algemeen] {m} um tal de (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} um tal de (a) [hoofdtelwoord]

NL PT Vertalingen voor andere

andere (o) [algemeen] outro (o) [algemeen]
andere (a) [determinator] outro (a) [determinator]
andere (o) [voornaamwoord - enkelvoud] outro (o) [voornaamwoord - enkelvoud]
andere (o) [voornaamwoord - meervoud] outro (o) [voornaamwoord - meervoud]
andere (o) [algemeen] outra (o) [algemeen]
andere (a) [determinator] outra (a) [determinator]
andere (o) [voornaamwoord - enkelvoud] outra (o) [voornaamwoord - enkelvoud]
andere (o) [voornaamwoord - meervoud] outra (o) [voornaamwoord - meervoud]
andere (o) [algemeen] outros (o) [algemeen]
andere (o) [voornaamwoord - enkelvoud] outros (o) [voornaamwoord - enkelvoud]