NL PL Nederlands Pools alfabetisch woordenboek D
- daag ... dactyloscopeerde
- dactyloscopeerden ... dakkapel
- dakkapel ... damestoilet
- damhinde ... dankte
- dankte af ... daverend
- davert ... de ogen doen neerslaan
- de ogen openen ... debarkeert
- debarkerend ... debrayerend
- debug ... deceptie
- deceptie ... declineerde
- declineerden ... decoreerde
- decoreerden ... deed wel
- deejay ... deflatie
- deflatie ... degenereert
- degenererend ... deis
- deisde ... dekoderen
- dekoderend ... delgde uit
- delgden ... demarqueerde
- demarqueerden ... demobilizeerde
- demobilizeerden ... dempte uit
- dempten uit ... depolariseerden
- depolariseert ... deprimeren
- deprimeren ... derde persoon
- derde persoon ... dertigste
- derven ... desensibiliseert
- desensibiliserend ... desinfekteer
- desinfekteerde ... desorganizeert
- desorganizeren ... destalinizeren
- destalinizerend ... detineert
- detineren ... devesteert
- devesteren ... dialogizeren
- dialogizerend ... dien aan
- dien af ... dieselmotor
- dieselmotor ... dimensie
- dingen af ... divergerend
- diversificatie ... doen daveren
- doen daveren ... doezelt uit
- dok af ... dommerik
- dommerik ... doof uit
- doofde uit ... doorgaan
- doorgaan ... doorwerken aan
- doorwerken aan ... doven
- doven ... draaiorgel
- draaiorgel ... dramatiek
- dramatiek ... drenkplaats
- drentel af ... drievoet
- driewieler ... drinken weg
- drinkt thee ... dronken worden
- dronkenschap ... druk dicht
- druk terneder ... druppelen
- druppelen ... dubbele bodem
- dubbele bodem ... Duckstad
- duid uit ... duw aan
- duw af ... dweilden aan
- dweilden af ... détente