Zoek woord proesten van het lachen heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands IT Italiaans
proesten van het lachen (v) [gevoelstoestand] scoppiare dalle risa (v) [gevoelstoestand]
proesten van het lachen (v) [gevoelstoestand] morire dal ridere (v) [gevoelstoestand]
proesten van het lachen (v) [gevoelstoestand] sbellicarsi dalle risa (v) [gevoelstoestand]
proesten van het lachen (v) [gevoelstoestand] ridere a crepapelle (v) [gevoelstoestand]

NL IT Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] per (o) [algemeen]
van (v prep) [be the property of] a (v prep) [be the property of]
van (o) [algemeen] di (o) [algemeen]
van (o) [bezit] di (o) [bezit]
van (o) [boeken] di (o) [boeken]
van (o) [materiaal] di (o) [materiaal]
van (o) [oorsprong] di (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] di (o) [plaats]
van (o) [tijd] di (o) [tijd]
van (o) [bezit] da (o) [bezit]

NL IT Vertalingen voor het

het (article adv) [article] lo (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] lo (o) [bepaald lidwoord]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] lo (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] lo (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] lo (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
het (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] lo (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
het (article adv) [with a superlative] lo (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [article] il (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] il (o) [bepaald lidwoord]
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] il (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]

NL IT Vertalingen voor lachen

lachen (n) [algemeen] {n} ilarità (n) {f} [algemeen]
lachen (n) [algemeen] {n} riso (n) {m} [algemeen]
lachen (n) [algemeen] {n} risata (n) {f} [algemeen]
lachen (n) [algemeen] {n} ridere (n) {m} [algemeen]
lachen (v) [algemeen] {n} ridere (v) {m} [algemeen]