Zoek woord periodo heeft 21 resultaten
IT Italiaans NL Nederlands
periodo (n) [tempo] {m} periode (n) {f} [tempo]
periodo (n) [period of two weeks] {m} twee (n) {m} [period of two weeks]
periodo (n) [period of two weeks] {m} veertien (n) {m} [period of two weeks]
periodo (n) [tempo] {m} tijdje (n) {n} [tempo]
periodo (n) [attività] {m} tijdje (n) {n} [attività]
IT Italiaans NL Nederlands
periodo (n) [tempo] {m} tijdsbestek (n) {n} [tempo]
periodo (n) [attività] {m} tijdsbestek (n) {n} [attività]
periodo (n) [tempo] {m} tijdsperiode (n) {f} [tempo]
periodo (n) [attività] {m} tijdsperiode (n) {f} [attività]
periodo (n) [tempo] {m} tijdsspanne (n) {m} [tempo]
periodo (n) [attività] {m} tijdsspanne (n) {m} [attività]
periodo (n) [attività] {m} aanval (n) {m} [attività]
periodo (n) [attività] {m} periode (n) {f} [attività]
periodo (n) [generale] {m} termijn (n) {m} [generale]
periodo (n) [evento] {m} episode (n) {f} [evento]
periodo (n) [tempo] {m} tijdsduur (n) {m} [tempo]
periodo (n) [attività] {m} tijdsduur (n) {m} [attività]
periodo (n) [generale] {m} term (n) {m} [generale]
periodo (n) [tempo] {m} vlaag (n) {m} [tempo]
periodo (n) [attività] {m} vlaag (n) {m} [attività]
periodo (n) [tempo] {m} aanval (n) {m} [tempo]

Italiaans Nederlands vertalingen

IT Synoniemen voor periodo NL Vertalingen
arco [periodo] m tak {m}
sequenza [fase] f rij {m}
serie [fase] f reeks {m}
successione [fase] f rij {m}
circolo [fase] m club {m}
giro [fase] m bocht {m}
ciclo [fase] m programma {n}
età [epoca] f epoch (n v)
tempo [epoca] m weer {n}
secolo [epoca] m eeuw {m}
era [epoca] f tijdrekening {f}
epoca [tempo] f tijdrekening {f}
stagione [tempo] f seizoen {n}
fase [stadio] f stadium {n}
momento [stadio] m oogwenk {m}
intervallo [spazio] m pauze {m}
durata [spazio] f duur {m}
frase [proposizione] f zin {m}
minuto [attimo] m detailhandel {m}
baleno [attimo] m flits {m}