Zoek woord nalaten heeft 31 resultaten
NL Nederlands IT Italiaans
nalaten (v) [verzuimen] mancare di (v) [verzuimen]
nalaten (v) [traditie] tramandarsi (v) [traditie]
nalaten (n v) [lose firmness] attenuarsi (n v) [lose firmness]
nalaten (v) [weglating] trascurare (v) [weglating]
nalaten (v) [verzuimen] trascurare (v) [verzuimen]
NL Nederlands IT Italiaans
nalaten (v) [rechten] legare per testamento (v) [rechten]
nalaten (v) [erfenis] legare per testamento (v) [erfenis]
nalaten (v) [boodschap] legare per testamento (v) [boodschap]
nalaten (v) [rechten] assegnare per testamento (v) [rechten]
nalaten (v) [erfenis] assegnare per testamento (v) [erfenis]
nalaten (v) [boodschap] assegnare per testamento (v) [boodschap]
nalaten (v) [to give or leave by will] lasciare in eredità (v) [to give or leave by will]
nalaten (v) [rechten] lasciare in eredità (v) [rechten]
nalaten (v) [erfenis] lasciare in eredità (v) [erfenis]
nalaten (v) [boodschap] lasciare in eredità (v) [boodschap]
nalaten (v) [weglating] mancare di (v) [weglating]
nalaten (v) [to give or leave by will] legare (v) [to give or leave by will]
nalaten (v) [kracht] trattenersi da (v) [kracht]
nalaten (v) [kracht] trattenersi (v) [kracht]
nalaten (v) [traditie] passare (v) [traditie]
nalaten (v) [weglating] omettere (v) [weglating]
nalaten (v) [verzuimen] omettere (v) [verzuimen]
nalaten (n v) [lose firmness] smorzarsi (n v) [lose firmness]
nalaten (n v) [lose firmness] spegnersi (n v) [lose firmness]
nalaten (v) [rechten] cedere (v) [rechten]
nalaten (n v) [lose firmness] cedere (n v) [lose firmness]
nalaten (n v) [lose firmness] attenuare (n v) [lose firmness]
nalaten (v) [to unintentionally not do] dimenticare (v) [to unintentionally not do]
nalaten (v) [rechten] lasciare (v) [rechten]
nalaten (v) [erfenis] lasciare (v) [erfenis]
nalaten (v) [boodschap] lasciare (v) [boodschap]
NL Synoniemen voor nalaten IT Vertalingen
achterlaten [achterlaten] aussetzen
verzuimen [niet nakomen] Schulschwänzerin {f}
laten [nalaten] besonders
bedelen [bedenken] n betteln
schenken [bedenken] n schenken
bedenken [bedelen] vorstellen (sich)