Zoek woord met één rij knopen heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands IT Italiaans
met één rij knopen (a) [kleding] a un petto (a) [kleding]
met één rij knopen (a) [kleding] monopetto (a) [kleding]

NL IT Vertalingen voor met

met (v n) [to engage in combat] combattere (v n) [to engage in combat]
met (o) [algemeen] per (o) [algemeen]
met (o) [eigenschap] per (o) [eigenschap]
met (o) [in het geval van] per (o) [in het geval van]
met (o) [middel] per (o) [middel]
met (o) [op hetzelfde tempo als] per (o) [op hetzelfde tempo als]
met (o) [positie] per (o) [positie]
met (o) [vermenigvuldiging] per (o) [vermenigvuldiging]
met (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] a (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
met (o) [algemeen] di (o) [algemeen]

NL IT Vertalingen voor één

één (a) [hoofdtelwoord] {n} uno (a) {m} [hoofdtelwoord]
één (n) [wiskunde] {n} uno (n) {m} [wiskunde]
één (n) [wiskunde] {n} unità (n) {f} [wiskunde]

NL IT Vertalingen voor rij

rij (n) [algemeen] {m} serie (n) {f} [algemeen]
rij (n) [auto's] {m} serie (n) {f} [auto's]
rij (n v) [line of objects] {m} serie (n v) {f} [line of objects]
rij (n) [mensen] {m} serie (n) {f} [mensen]
rij (n) [volgorde] {m} serie (n) {f} [volgorde]
rij (n v) [line of objects] {m} successione (n v) {f} [line of objects]
rij (n) [algemeen] {m} fila (n) [algemeen] (informal)
rij (n) [auto's] {m} fila (n) [auto's] (informal)
rij (n v) [column of people] {m} fila (n v) [column of people] (informal)
rij (n v) [line of objects] {m} fila (n v) [line of objects] (informal)

NL IT Vertalingen voor knopen

knopen (v) [koord] legare (v) [koord]
knopen (n v) [to attach or fasten with string] legare (n v) [to attach or fasten with string]
knopen (v) [koord] allacciare (v) [koord]
knopen (v) [koord] annodare (v) [koord]
knopen (v n) [to tie a line] ammanigliare (v n) [to tie a line]