Zoek woord aanpakken heeft 15 resultaten
NL Nederlands IT Italiaans
aanpakken (n v) [to face or deal with] contrastare (n v) [to face or deal with]
aanpakken (v) [persoon] occuparsi di (v) [persoon]
aanpakken (v) [probleem] occuparsi di (v) [probleem]
aanpakken (v) [situatie] occuparsi di (v) [situatie]
aanpakken (v) [algemeen] attaccare (v) [algemeen]
NL Nederlands IT Italiaans
aanpakken (v) [probleem] attaccare (v) [probleem]
aanpakken (v) [situatie] attaccare (v) [situatie]
aanpakken (v) [algemeen] affrontare (v) [algemeen]
aanpakken (v) [probleem] affrontare (v) [probleem]
aanpakken (v) [situatie] affrontare (v) [situatie]
aanpakken (n v) [to face or deal with] affrontare (n v) [to face or deal with]
aanpakken (v) [mensen] dire due parole a (v) [mensen]
aanpakken (v) [persoon] trattare (v) [persoon]
aanpakken (v) [situatie] trattare (v) [situatie]
aanpakken (v) [algemeen] mettersi di buona lena (v) [algemeen]
NL Synoniemen voor aanpakken IT Vertalingen
beginnen [ondernemen] påbörja
wagen [ondernemen] m riskera
op zich nemen [ondernemen] ta på sig
aannemen [aanvaarden] trovärdighet (u)
aanvaarden [nemen] trovärdighet (u)
accepteren [nemen] godta
innen [nemen] indriva
grijpen [aanvatten] gripa
vastpakken [aanvatten] greppa
openen [aanhangig maken] låsa upp
opzetten [aanhangig maken] iscensätta
starten [aanhangig maken] börja
ontroeren [aangrijpen] röra
treffen [aangrijpen] n råka
beroeren [aangrijpen] beröra
aanvatten [aannemen] ge sig in i
behandelen [benaderen] ta itu med