NL IT Nederlands Italiaans alfabetisch woordenboek E
- E.E.G. ... echo
- echo ... echter
- echter ... eclips
- eclips ... edammer
- edammer ... educatief
- educatief ... een afdruk maken
- een afkeer hebben van ... een belangrijke rol spelen
- een belangrijke rol spelen ... een blauwtje lopen
- een blauwtje lopen ... een blik werpen op
- een blik werpen op ... een cirkelbaan beschrijven
- een compromis sluiten ... een eind maken aan
- een eind maken aan ... een eredienst bijwonen
- een eredienst bijwonen ... een geldstraf opleggen
- een geldstraf opleggen ... een hartig woordje spreken met
- een hartig woordje spreken met ... een indicatie zijn voor
- een indicatie zijn voor ... een keuze maken
- een keuze maken ... een likje
- een likje ... een ongeluk hebben
- een ongeluk hebben ... een penalty toekennen
- een penalty toekennen ... een pruimemondje trekken
- een pruimemondje trekken ... een ritje maken
- een ritje maken ... een standje geven
- een stijve nek krijgen ... een teken geven
- een teken geven ... een tunnel graven door
- een tunnel graven door ... een uitbrander geven
- een uitbrander geven ... een uitzending beëindigen
- een uitzending beëindigen ... een vaag gevoel hebben dat
- een vaag gevoel hebben dat ... een verschil maken tussen
- een verslag schrijven van ... een verzekering afsluiten
- een verzekering afsluiten ... een wit voetje trachten te halen bij
- een wit voetje trachten te halen bij ... een zaak opzetten
- een zaak opzetten ... een zaak voor de rechtbank brengen
- een zaak voor de rechtbank brengen ... eend
- eendagsvlieg ... eenmaal
- eenmaal ... eenstemmigheid
- eentalig ... eenvoudig
- eenvoudig ... eer bewijzen
- eer bewijzen ... eerder dan
- eerder dan ... eerloos
- eerloos ... eerste plaats
- eerste plaats ... eerstvolgende
- eerstvolgende ... eerzucht
- eerzucht ... eetwaar
- eetwaar ... effect
- effect ... efficiënter maken
- efficiënter maken ... egotist
- egotist ... Egyptenaar
- Egyptenaar ... eierleggend
- eierleggend ... eierwekker
- eierwekker ... eigengebakken
- eigengebakken ... eigenzinnig
- eigenzinnig ... einde
- einde ... einde
- einde ... eindigen
- eindigen ... eiser
- eiser ... El Salvador
- Elaine ... electoraat
- electrocardiograaf ... elegant
- elegantie ... elektrische batterij
- elektrische batterij ... elektrolytisch
- elektrolytisch bekleden met metaal ... elektronische communicatie
- elektronische communicatie ... elf
- elf ... elisie
- elisie ... elite
- elite ... elizabethaans
- elizabethaans ... elke
- elke ... eloquent
- eloquent ... embryologie
- embryologie ... emendatie
- emenderen ... emigrerend
- emigrerend ... Emmentalerkaas
- emmer ... emotioneel gedrag
- emotioneel gedrag ... en profil
- en profil ... endemisch
- endemisch ... eng
- eng ... engelwortel
- engelwortel ... enige druppels
- enige druppels ... enkelvoudig
- enkelvoudig ... ensemble
- enten ... enthousiasme
- enthousiasme ... enthousiast
- enthousiast ... enthousiaste
- enthousiaste ... entomoloog
- entomoloog ... enz.
- enz. ... epicentrum
- epicentrum ... epicentrum
- epicentrum ... epifyse
- epifyse ... epigraaf
- epigraaf ... epigrammatisch
- epigrammatisch ... epilepticus
- epileptisch ... episode
- episode ... epistel
- epistel ... epoche
- epoche ... equinox
- equinox ... er bezorgd uitzien
- er bezorgd uitzien ... er nog een schepje bovenop doen
- er nog een schepje bovenop doen ... er vandoor gaan
- er vandoor gaan ... erbarmen
- erbij ... eredienst
- eredienst ... ereprijs
- ereprijs ... erfenis
- erfenis ... erg in trek
- erg in trek ... ergeren
- ergeren ... ergonomie
- ergonomie ... erkend
- erkend ... ermee ophouden
- ermee ophouden ... eroderen
- eroderen ... ersatz-
- ersatz- ... eruit halen
- eruit halen ... eruitzien of
- eruitzien of ... erven
- erven ... escaleren
- escapisme ... Eskimo
- Eskimo ... esthete
- esthetica ... etaleren
- etaleur ... etc.
- etc. ... etherisch
- etherisch ... etiket
- etiket ... etnograaf
- etnograaf ... ets
- ets ... etymologe
- etymologe ... eufemistisch
- eufemistisch ... euritmie
- euritmie ... evacué
- evacué ... evaluatie
- evalueren ... evaporatie
- evaporatie ... evenaren
- evenaren ... eventueel
- eventueel ... evenzo
- evenzo ... ex-echtgenoot
- ex-echtgenoot ... exact
- exact ... Excellentie
- Excellentie ... excerpt
- excerpt ... excreten
- excretie ... executiepeloton
- executiepeloton ... exmissie
- exodus ... expansie
- expansie ... expert
- expert ... experte
- experte ... exploiteerbaar
- exploiteerbaar ... exporteren
- exporteren ... exposeren
- exposeren ... expres
- expres ... exquisiet
- exquisiet ... extra les
- extra verdienste ... extreem
- extreem ... ezelsoor