Zoek woord zich uitputten heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
zich uitputten [werk] travailler dur [werk]

NL FR Vertalingen voor zich

zich (v) [survive; to do well enough] se débrouiller (v) [survive; to do well enough]
zich (n v) [clothe] habiller (n v) [clothe]
zich (n v) [put on clothes] mettre (n v) [put on clothes]
zich (v) [to seize power] usurper (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] enfiler (n v) [put on clothes]
zich [wederkerend vnw. - enk.] vous [wederkerend vnw. - enk.]
zich [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] vous [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich [wederkerend voornaamwoord] vous [wederkerend voornaamwoord]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv.] vous [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] vous [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]

NL FR Vertalingen voor uitputten

uitputten [kracht] user [kracht]
uitputten [opgebruiken] user [opgebruiken]
uitputten [werk] user [werk]
uitputten [fysiek] épuiser [fysiek]
uitputten [kracht] épuiser [kracht]
uitputten [opgebruiken] épuiser [opgebruiken]
uitputten (v n) [to empty by drawing or letting out the contents] épuiser (v n) [to empty by drawing or letting out the contents]
uitputten (v n) [to exhaust physically] épuiser (v n) [to exhaust physically]
uitputten [werk] épuiser [werk]
uitputten [kracht] consumer [kracht]