Zoek woord opposé heeft 42 resultaten
FR Frans NL Nederlands
opposé (a) [force] {m} tegen- (a) [force]
opposé (a) [différent] {m} tegenwerkend (a) [différent]
opposé (a) [force] {m} tegenwerkend (a) [force]
opposé (a) [incompatible] {m} tegenwerkend (a) [incompatible]
opposé (a) [antagonique] {m} tegenovergesteld (a) [antagonique]
FR Frans NL Nederlands
opposé (a) [contraste] {m} tegenovergesteld (a) [contraste]
opposé (a) [différent] {m} tegenovergesteld (a) [différent]
opposé (a) [direction] {m} tegenovergesteld (a) [direction]
opposé (a) [antagonique] {m} strijdig (a) [antagonique]
opposé (a) [différent] {m} strijdig (a) [différent]
opposé (a) [incompatible] {m} strijdig (a) [incompatible]
opposé (a) [contraire] {m} tegenwerkend (a) [contraire]
opposé (n) [différence] {m} tegengestelde (n) {n} [différence]
opposé (n) [différence] {m} tegenovergestelde (n) {n} [différence]
opposé (v n adj) [opposite] {m} tegenovergestelde (v n adj) {n} [opposite]
opposé (n) [différence] {m} tegendeel (n) {n} [différence]
opposé (n) [différence] {m} omgekeerde (n) {n} [différence]
opposé (a) [position] {m} tegenoverstaand (a) [position]
opposé (a) [position] {m} tegenoverliggend (a) [position]
opposé (a) [antagonique] {m} onverenigbaar (a) [antagonique]
opposé (a) [incompatible] {m} onverenigbaar (a) [incompatible]
opposé (a) [contraire] {m} afwijzend (a) [contraire]
opposé (a) [contraire] {m} antipathiek (a) [contraire]
opposé (a) [antagonique] {m} niet sympathiek (a) [antagonique]
opposé (a) [contraire] {m} niet sympathiek (a) [contraire]
opposé (a) [antagonique] {m} antipatiek (a) [antagonique]
opposé (a) [contraire] {m} antipatiek (a) [contraire]
opposé (a) [antagonique] {m} niet sympatiek (a) [antagonique]
opposé (a) [contraire] {m} niet sympatiek (a) [contraire]
opposé (a) [antagonique] {m} afkerig (a) [antagonique]
opposé (a) [contraire] {m} afkerig (a) [contraire]
opposé (a) [antagonique] {m} afwijzend (a) [antagonique]
opposé (a) [antagonique] {m} antipathiek (a) [antagonique]
opposé (a) [antagonique] {m} avers (a) [antagonique]
opposé (a) [contraire] {m} avers (a) [contraire]
opposé (a) [différent] {m} botsend (a) [différent]
opposé (a) [antagonique] {m} tegengesteld (a) [antagonique]
opposé (a) [contraire] {m} tegengesteld (a) [contraire]
opposé (a) [contraste] {m} tegengesteld (a) [contraste]
opposé (a) [différent] {m} tegengesteld (a) [différent]
opposé (a) [incompatible] {m} tegengesteld (a) [incompatible]
opposé (a) [antagonique] {m} tegenwerkend (a) [antagonique]

Frans Nederlands vertalingen