Zoek woord in verlegenheid brengen heeft 7 resultaten
NL Nederlands FR Frans
in verlegenheid brengen (v) [to humiliate; to disrupt somebody's composure or comfort with acting publicly or freely] gêner (v) [to humiliate; to disrupt somebody's composure or comfort with acting publicly or freely]
in verlegenheid brengen [algemeen] confondre [algemeen]
in verlegenheid brengen [beschamen] confondre [beschamen]
in verlegenheid brengen (v) [to make ashamed, to embarrass] confondre (v) [to make ashamed, to embarrass]
in verlegenheid brengen [beschamen] embarrasser [beschamen]
NL Nederlands FR Frans
in verlegenheid brengen (v) [to humiliate; to disrupt somebody's composure or comfort with acting publicly or freely] embarrasser (v) [to humiliate; to disrupt somebody's composure or comfort with acting publicly or freely]
in verlegenheid brengen [beschamen] décontenancer [beschamen]

NL FR Vertalingen voor in

in [in elk] près de [in elk]
in [nabijheid] près de [nabijheid]
in [richting] près de [richting]
in [voorzetsel] près de [voorzetsel]
in (prep) [within a given time interval] pendant (prep) [within a given time interval]
in (adj v) [legally qualified] habilité (adj v) {f} [legally qualified]
in [in elk] en [in elk]
in [nabijheid] en [nabijheid]
in [richting] en [richting]
in [voorzetsel] en [voorzetsel]

NL FR Vertalingen voor verlegenheid

verlegenheid [gedrag] {f} réserve {f} [gedrag]
verlegenheid [gedrag] {f} timidité {f} [gedrag]
verlegenheid [gedrag] {f} caractère peureux {m} [gedrag]
verlegenheid [gedrag] {f} embarras {m} [gedrag]
verlegenheid [gevoelens] {f} embarras {m} [gevoelens]
verlegenheid (n) [state of discomfort] {f} embarras (n) {m} [state of discomfort]
verlegenheid [gedrag] {f} sauvagerie {f} [gedrag]
verlegenheid (adj) [Having a feeling of shameful discomfort] {f} embarrassé (adj) [Having a feeling of shameful discomfort]
verlegenheid [gevoelens] {f} gêne {f} [gevoelens]
verlegenheid [gedrag] {f} distance {f} [gedrag]

NL FR Vertalingen voor brengen

brengen [persoon] emmener [persoon]
brengen [voorwerpen] emmener [voorwerpen]
brengen [halen] aller chercher [halen]
brengen [halen] apporter [halen]
brengen [persoon] apporter [persoon]
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] apporter (v) [to transport toward somebody/somewhere]
brengen [voldoening] apporter [voldoening]
brengen [voorwerpen] apporter [voorwerpen]
brengen [persoon] amener [persoon]
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] amener (v) [to transport toward somebody/somewhere]