Zoek woord geïrriteerd heeft 17 resultaten
NL Nederlands FR Frans
geïrriteerd [persoon] acariâtre [persoon]
geïrriteerd [gevoelens] mécontent [gevoelens]
geïrriteerd [gevoelens] de mauvaise humeur [gevoelens]
geïrriteerd [gevoelens] exaspéré [gevoelens]
geïrriteerd [gevoelens] ennuyé [gevoelens]
NL Nederlands FR Frans
geïrriteerd [persoon] énervé [persoon]
geïrriteerd [persoon] irascible [persoon]
geïrriteerd [persoon] coléreux [persoon]
geïrriteerd [persoon] irritable [persoon]
geïrriteerd [gevoelens] fâché [gevoelens]
geïrriteerd [persoon] grincheux {m} [persoon]
geïrriteerd [gevoelens] contrarié [gevoelens]
geïrriteerd [gevoelens] maussade [gevoelens]
geïrriteerd [gevoelens] plein de ressentiment [gevoelens]
geïrriteerd [gevoelens] irrité [gevoelens]
geïrriteerd [geneeskunde] irrité [geneeskunde]
geïrriteerd [gevoelens] en colère [gevoelens]
NL Synoniemen voor geïrriteerd FR Vertalingen
chagrijnig [knorrig] boudeur
kregel [knorrig] ombrageux
knorrig [chagrijnig] grincheux {m}
bits [stekelig] acrimonieux
venijnig [stekelig] acrimonieux
korzelig [stekelig] grognon
kriegel [geprikkeld] ombrageux
wrevelig [geprikkeld] ombrageux
kriebelig [geprikkeld] râpeux
stekelig [bits] couvert de piquants