Zoek woord exciter la pitié heeft 12 resultaten
FR Frans NL Nederlands
exciter la pitié (v) [sentiments] aandoen (v) [sentiments]
exciter la pitié (v) [sentiments] raken (v) [sentiments]
exciter la pitié (v) [sentiments] treffen (v) {n} [sentiments]
exciter la pitié (v) [sentiments] schokken (v) {n} [sentiments]
exciter la pitié (v) [sentiments] bewegen (v) [sentiments]
FR Frans NL Nederlands
exciter la pitié (v) [sentiments] ontroeren (v) [sentiments]
exciter la pitié (v) [sentiments] aangrijpen (v) [sentiments]
exciter la pitié (v) [sentiments] ontzetten (v) [sentiments]
exciter la pitié (v) [sentiments] ontstellen (v) [sentiments]
exciter la pitié (v) [sentiments] ontredderen (v) [sentiments]
exciter la pitié (v) [sentiments] shockeren (v) [sentiments]
exciter la pitié (v) [sentiments] verbijsteren (v) [sentiments]

FR NL Vertalingen voor exciter

exciter (v) [personne] aanzetten (v) [personne]
exciter (v) [sentiments] aanzetten (v) [sentiments]
exciter (v) [attention] stimuleren (v) [attention]
exciter (v) [personne] stimuleren (v) [personne]
exciter (v) [sentiments] stimuleren (v) [sentiments]
exciter (v) [to arouse or bring out (eg feelings); to stimulate] stimuleren (v) [to arouse or bring out (eg feelings); to stimulate]
exciter (v) [attention] aanwakkeren (v) [attention]
exciter (v) [personne] aanwakkeren (v) [personne]
exciter (v) [sentiments] aanwakkeren (v) [sentiments]
exciter (v) [attention] opwekken (v) {n} [attention]

FR NL Vertalingen voor la

daar
(o) [destination] daar (o) [destination]
(o) [général] daar (o) [général]
(adv int n pronoun) [in or at that place] daar (adv int n pronoun) [in or at that place]
(o) [lieu] daar (o) [lieu]
(o) [destination] aldaar (o) [destination]
(o) [lieu] aldaar (o) [lieu]
(adv int n pronoun) [to or into that place; thither] aldaar (adv int n pronoun) [to or into that place; thither]
(adv) [to that place] aldaar (adv) [to that place]
(o) [destination] op die plaats (o) [destination]

FR NL Vertalingen voor pitié

pitié (n) [sentiments] {f} sympathie (n) {f} [sentiments]
pitié (n) [sentiments] {f} medelijden (n) {n} [sentiments]
pitié (n) [sentiments] {f} mededogen (n) {n} [sentiments]
pitié (n) [sentiments] {f} begaanheid (n) {f} [sentiments]
pitié (n) [sentiments] {f} erbarmen (n) {n} [sentiments]
pitié (n) [sentiments] {f} deernis (n) {f} [sentiments]
pitié (n) [général] {f} genade (n) {m} [général]
pitié (n) [sentiments] {f} affiniteit (n) {f} [sentiments]