Zoek woord désunion heeft 6 resultaten
FR Frans NL Nederlands
désunion (n) [relation] {f} scheiding (n) {f} [relation]
désunion (n) [relation] {f} uiteenvallen (n) {n} [relation]
désunion (n) [général] {f} onenigheid (n) {f} [général]
désunion (n) [relation] {f} ontbinding (n) {f} [relation]
désunion (n) [général] {f} verdeeldheid (n) {f} [général]
FR Frans NL Nederlands
désunion (n) [général] {f} tweedracht (n) {m} [général]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor désunion NL Vertalingen
conflit [mésentente] m tegenstrijdigheid {f}
différend [mésentente] m meningsverschil {n}
discorde [mésentente] f tweedracht {m}
discussion [mésentente] f discussie {f}
dispute [mésentente] f dispuut {n}
dissension [mésentente] f meningsverschil {n}
divorce [mésentente] m echtscheiding {f}
froid [mésentente] m koud
désaccord [mésentente] m conflict {n}
rupture [désaccord] m ontregeling (n)
séparation [désaccord] f scheiding {f}
division [désaccord] f eenheid {f}
divergence [opposition] f divergentie {f}
désagrégation [division] f uit elkaar vallen {n}
dislocation [division] f dislokatie {f}
différence [division] f verschil {n}
isolement [division] m afzondering {f}
schisme [division] m schisma {n}
clivage [division] splijten
éloignement [division] m aliënatie {f}