Zoek woord coléreux heeft 63 resultaten
FR Frans NL Nederlands
coléreux (a) [personne] lichtgeraakt (a) [personne]
coléreux (a) [personne] gauw geprikkeld (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] kregel (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] kregel (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] kregel (a) [personne]
FR Frans NL Nederlands
coléreux (a) [caractère] krikkel (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] krikkel (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] krikkel (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] kregelig (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] kregelig (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] kregelig (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] opvliegend (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] opvliegend (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] opvliegend (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] lichtgeraakt (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] lichtgeraakt (a) [conduite]
coléreux (a) [conduite] gauw geprikkeld (a) [conduite]
coléreux (a) [caractère] heetgebakerd (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] heetgebakerd (a) [conduite]
coléreux (a) [caractère] kortaangebonden (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] kortaangebonden (a) [conduite]
coléreux (a) [caractère] driftig (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] driftig (a) [conduite]
coléreux (a) [caractère] snel gepikeerd (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] snel gepikeerd (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] snel gepikeerd (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] humeurig (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] humeurig (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] humeurig (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] kribbig (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] kribbig (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] kribbig (a) [personne]
coléreux (a) [conduite] geërgerd (a) [conduite]
coléreux (a) [conduite] wrevelig (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] wrevelig (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] chagrijnig (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] chagrijnig (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] chagrijnig (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] nors (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] nors (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] nors (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] slechtgezind (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] slechtgezind (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] slechtgezind (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] slechtgeluimd (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] slechtgeluimd (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] slechtgeluimd (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] geërgerd (a) [caractère]
coléreux (a) [caractère] wrevelig (a) [caractère]
coléreux (a) [personne] geërgerd (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] geïrriteerd (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] geïrriteerd (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] geïrriteerd (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] prikkelbaar (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] prikkelbaar (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] prikkelbaar (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] snel geraakt (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] snel geraakt (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] snel geraakt (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] gauw gepikeerd (a) [caractère]
coléreux (a) [conduite] gauw gepikeerd (a) [conduite]
coléreux (a) [personne] gauw gepikeerd (a) [personne]
coléreux (a) [caractère] gauw geprikkeld (a) [caractère]

Frans Nederlands vertalingen