Zoek woord candeur heeft 9 resultaten
FR Frans NL Nederlands
candeur (n) [conduite] {f} naïveteit (n) {f} [conduite]
candeur (n) [conduite] {f} goedgelovigheid (n) {f} [conduite]
candeur (n) [conduite] {f} naïviteit (n) {f} [conduite]
candeur (n) [conduite] {f} openhartigheid (n) {f} [conduite]
candeur (n) [conduite] {f} openheid (n) {f} [conduite]
FR Frans NL Nederlands
candeur (n) [conduite] {f} eerlijkheid (n) {f} [conduite]
candeur (n) [conduite] {f} oprechtheid (n) {f} [conduite]
candeur (n) [conduite] {f} openlijkheid (n) {f} [conduite]
candeur (n) [conduite] {f} onschuldigheid (n) {f} [conduite]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor candeur NL Vertalingen
innocence [ingénuité] f onschuld {m}
naïveté [ingénuité] f naïviteit {f}
pureté [ingénuité] f zuiverheid {f}
crédulité [ingénuité] f goedgelovigheid {f}
ignorance [ingénuité] f gebrek aan kennis {n}
niaiserie [ingénuité] f gekkigheid (n)
simplicité [ingénuité] f bescheidenheid {f}
franchise [ingénuité] f franchise (n v)
sincérité [ingénuité] f oprechtheid {f}
croyance aveugle [naïveté] f lichtgelovigheid {f}
confiance [naïveté] f vertrouwen {n}
superstition [naïveté] f bijgeloof {n}
ingénuité [franchise] f oprechtheid {f}
fraîcheur [pureté] f frisheid {f}
honneur [honnêteté] m eer {m}
sagesse [honnêteté] f wijsheid {f}
vertu [honnêteté] f kuisheid {f}
chasteté [honnêteté] f kuisheid {f}
continence [honnêteté] f zelfbeheersing {f}
délicatesse [honnêteté] f verfijning {f}