Zoek woord attendre heeft 33 resultaten
FR Frans NL Nederlands
attendre (v) [anticiper] tegemoetzien (v) [anticiper]
attendre (v) [anticiper] te wachten staan (v) [anticiper]
attendre (v) [espérance] te wachten staan (v) [espérance]
attendre (v) [transitif] te wachten staan (v) [transitif]
attendre (v) [To believe to be about to occur] verwachten (v) [To believe to be about to occur]
FR Frans NL Nederlands
attendre (v) [To consider obligatory] verwachten (v) [To consider obligatory]
attendre (v) [anticiper] verwachten (v) [anticiper]
attendre (v) [espérance] verwachten (v) [espérance]
attendre (v) [transitif] verwachten (v) [transitif]
attendre (v) [téléphone] aan de lijn blijven (v) [téléphone]
attendre (v) [espérance] tegemoetzien (v) [espérance]
attendre (v) [transitif] tegemoetzien (v) [transitif]
attendre (v) [général] blijven wachten (v) [général]
attendre (v) [téléphone] blijven wachten (v) [téléphone]
attendre (v) [gens] wachten op (v) [gens]
attendre (v) [résultat] wachten op (v) [résultat]
attendre (v) [événement] wachten op (v) [événement]
attendre (v) [téléphone] even wachten (v) [téléphone]
attendre (v) [arrivée] klaarstaan bij de aankomst van (v) [arrivée]
attendre (v) [transitif] voorzien (v) {n} [transitif]
attendre (v) [espérance] voorzien (v) {n} [espérance]
attendre (v) [anticiper] voorzien (v) {n} [anticiper]
attendre (v) [téléphone] wachten (v) {n} [téléphone]
attendre (v) [transitif] wachten (v) {n} [transitif]
attendre (v) [général] wachten (v) {n} [général]
attendre (v) [espérance] wachten (v) {n} [espérance]
attendre (v n) [delay until some event] wachten (v n) {n} [delay until some event]
attendre (v) [anticiper] wachten (v) {n} [anticiper]
attendre wachten {n}
attendre (v) [opportunité] uitkijken naar (v) [opportunité]
attendre (v) [opportunité] afwachten (v) [opportunité]
attendre (v n) [delay until some event] afwachten (v n) [delay until some event]
attendre afwachten

Frans Nederlands vertalingen