Zoek woord Économie de la construction automobile heeft eén resultaat
Ga naar

FR NL Vertalingen voor économie

économie (n) [something that is saved] {f} spaargeld (n) {n} [something that is saved]
économie (n) [characteristic of using a minimum of something] {f} zuinigheid (n) {f} [characteristic of using a minimum of something]
économie (n) [général] {f} zuinigheid (n) {f} [général]
économie {f} economie {f}
économie (n adj) [frugal use of resources] {f} economie (n adj) {f} [frugal use of resources]
économie (n) [pays] {f} economie (n) {f} [pays]
économie (n adj) [production and distribution and consumption] {f} economie (n adj) {f} [production and distribution and consumption]
économie (n) [science] {f} economie (n) {f} [science]
économie (n) [study] {f} economie (n) {f} [study]
économie (n) [science] {f} staatshuishoudkunde (n) {f} [science]

FR NL Vertalingen voor de

de (o) [comparaison] dan (o) [comparaison]
de (o) [concernant] betreffende (o) [concernant]
de (o) [concernant] omtrent (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] over (prep adv adj) [concerning]
de (o) [concernant] met betrekking tot (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] in verband met (prep adv adj) [concerning]
de (prep adv adj n) [indicates creator of a work] vanwege (prep adv adj n) [indicates creator of a work]
de van
de (o) [général] van (o) [général]
de (o) [lieu] van (o) [lieu]

FR NL Vertalingen voor la

daar
(o) [destination] daar (o) [destination]
(o) [général] daar (o) [général]
(adv int n pronoun) [in or at that place] daar (adv int n pronoun) [in or at that place]
(o) [lieu] daar (o) [lieu]
(o) [destination] aldaar (o) [destination]
(o) [lieu] aldaar (o) [lieu]
(adv int n pronoun) [to or into that place; thither] aldaar (adv int n pronoun) [to or into that place; thither]
(adv) [to that place] aldaar (adv) [to that place]
(o) [destination] op die plaats (o) [destination]

FR NL Vertalingen voor construction

construction {f} bouwen {n}
construction (n) [act or process of building] {f} bouwen (n) {n} [act or process of building]
construction (n) [activité] {f} bouwen (n) {n} [activité]
construction (n) [général] {f} bouwen (n) {n} [général]
construction (n) [industrie] {f} bouwen (n) {n} [industrie]
construction (n) [industrie] {f} bouwvak (n) {n} [industrie]
construction (n) [act or process of building] {f} bouw (n) {m} [act or process of building]
construction (n) [activité] {f} bouw (n) {m} [activité]
construction (n) [général] {f} bouw (n) {m} [général]
construction (n) [industrie] {f} bouw (n) {m} [industrie]

FR NL Vertalingen voor automobile

automobile {f} auto {m}
automobile (n) [automobile, a vehicle steered by a driver] {f} auto (n) {m} [automobile, a vehicle steered by a driver]
automobile (n) [véhicules] {f} auto (n) {m} [véhicules]
automobile (n) [automobile, a vehicle steered by a driver] {f} wagen (n) {m} [automobile, a vehicle steered by a driver]
automobile (n) [véhicules] {f} wagen (n) {m} [véhicules]
automobile (n) [véhicules] {f} kar (n) {m} [véhicules]
automobile (a) [automobiles] {f} auto- (a) [automobiles]
automobile (n) [automobile, a vehicle steered by a driver] {f} automobiel (n) [automobile, a vehicle steered by a driver]
automobile {f} wagen {m}
automobile {f} automobiel