Zoek woord voor elkaar brengen heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
voor elkaar brengen (v) [succes] arreglar (v) [succes]
voor elkaar brengen (v) [succes] preparar (v) [succes]

NL ES Vertalingen voor voor

voor (o) [plaats] {m} menos (o) [plaats]
voor (o) [tijd] {m} menos (o) [tijd]
voor (particle prep adv) [time: preceding] {m} menos (particle prep adv) [time: preceding]
voor (o) [prijs] {m} a (o) [prijs]
voor (o) [algemeen] {m} por (o) [algemeen]
voor (o) [ruil] {m} por (o) [ruil]
voor (conj prep) [supporting] {m} por (conj prep) [supporting]
voor (o) [algemeen] {m} de (o) [algemeen]
voor (o) [ruil] {m} de (o) [ruil]
voor (prep) [in support of] {m} con (prep) [in support of]

NL ES Vertalingen voor elkaar

elkaar (o) [algemeen] el uno al otro (o) [algemeen]
elkaar (pronoun) [to one another; one to the other] el uno al otro (pronoun) [to one another; one to the other]
elkaar (pronoun) [to one another; one to the other] mutuamente (pronoun) [to one another; one to the other]
elkaar (pronoun) [to one another; one to the other] entre si (pronoun) [to one another; one to the other] (pronoun)

NL ES Vertalingen voor brengen

brengen (v) [voldoening] dar (v) [voldoening]
brengen (v) [halen] traer (v) [halen]
brengen (v) [persoon] traer (v) [persoon]
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] traer (v) [to transport toward somebody/somewhere]
brengen (v) [voldoening] traer (v) [voldoening]
brengen (v) [voorwerpen] traer (v) [voorwerpen]
brengen (v) [halen] ir por (v) [halen]
brengen (v) [halen] ir a buscar (v) [halen]
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] llevar (v) [to transport toward somebody/somewhere]