Zoek woord van een zekering voorzien heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
van een zekering voorzien (a) [elektriciteit] con fusible (a) [elektriciteit]

NL ES Vertalingen voor van

van (v prep) [be the property of] a (v prep) [be the property of]
van (o) [algemeen] por (o) [algemeen]
van (o) [bezit] por (o) [bezit]
van (o) [boeken] por (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] por (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] por (o) [plaats]
van (o) [tijd] por (o) [tijd]
van de
van (o) [algemeen] de (o) [algemeen]
van (o) [bezit] de (o) [bezit]

NL ES Vertalingen voor een

een (n v) [to bathe using a shower] {m} bañarse (n v) [to bathe using a shower]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} felicitar (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} ducharse (n v) [to bathe using a shower]
een {m} un
een (a) [algemeen] {m} un (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} un (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} un (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} un (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} un (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (o) [onbepaald lidwoord] {m} un (o) [onbepaald lidwoord]

NL ES Vertalingen voor zekering

zekering (n v) [device preventing overloading of a circuit] {f} fusible (n v) {m} [device preventing overloading of a circuit]
zekering (n) [elektriciteit] {f} fusible (n) {m} [elektriciteit]
zekering (n) [electrical switch] {f} disjuntor (n) [electrical switch] (n)

NL ES Vertalingen voor voorzien

voorzien (v) [toekomst] {n} esperar (v) [toekomst]
voorzien (v) [verwachten] {n} esperar (v) [verwachten]
voorzien (v) [plan] {n} disponer (v) [plan]
voorzien (v) [rechten] {n} disponer (v) [rechten]
voorzien (v) [toekomst] {n} concebir (v) [toekomst]
voorzien (v) [verwachten] {n} concebir (v) [verwachten]
voorzien (n) [aktie] {n} provisión (n) {f} [aktie]
voorzien (n adj v) [destine] {n} destinar (n adj v) [destine]
voorzien (v) [toekomst] {n} contar con (v) [toekomst]
voorzien (v) [verwachten] {n} contar con (v) [verwachten]