Zoek woord twintig voor twee heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
twintig voor twee (n) [example: twenty minutes to two] (n) dos menos veinte (n) [example: twenty minutes to two] (n)

NL ES Vertalingen voor twintig

twintig {m} veinte {m}
twintig (num n) [cardinal number] {m} veinte (num n) {m} [cardinal number]
twintig (a) [hoofdtelwoord] {m} veinte (a) {m} [hoofdtelwoord]
twintig (n) [hoofdtelwoord] {m} veinte (n) {m} [hoofdtelwoord]

NL ES Vertalingen voor voor

voor (o) [plaats] {m} menos (o) [plaats]
voor (o) [tijd] {m} menos (o) [tijd]
voor (particle prep adv) [time: preceding] {m} menos (particle prep adv) [time: preceding]
voor (o) [prijs] {m} a (o) [prijs]
voor (o) [algemeen] {m} por (o) [algemeen]
voor (o) [ruil] {m} por (o) [ruil]
voor (conj prep) [supporting] {m} por (conj prep) [supporting]
voor (o) [algemeen] {m} de (o) [algemeen]
voor (o) [ruil] {m} de (o) [ruil]
voor (prep) [in support of] {m} con (prep) [in support of]

NL ES Vertalingen voor twee

twee (n) [period of two weeks] {m} quincena (n) {f} [period of two weeks]
twee {m} dos {m}
twee (num n) [digit or figure] {m} dos (num n) {m} [digit or figure]
twee (a) [hoofdtelwoord] {m} dos (a) {m} [hoofdtelwoord]
twee (n) [hoofdtelwoord] {m} dos (n) {m} [hoofdtelwoord]
twee (o) [hoofdtelwoord] {m} dos (o) {m} [hoofdtelwoord]
twee (num n) [one plus one] {m} dos (num n) {m} [one plus one]
twee (n) [playing card] {m} dos (n) {m} [playing card]