Zoek woord tontería heeft 18 resultaten
ES Spaans NL Nederlands
tontería (n) [importancia] {f} onzin (n) {m} [importancia]
tontería (n adj v int) [deceitful statements, etc] {f} bullshit (n adj v int) [deceitful statements, etc] (n adj v int)
tontería (n v) [nonsensical talk or thinking] {f} zever (n v) [nonsensical talk or thinking]
tontería (n) [importancia] {f} kletskoek (n) {m} [importancia]
tontería (n) [importancia] {f} larie (n) [importancia] (f] en apekool [fm)
ES Spaans NL Nederlands
tontería (n) [importancia] {f} gezwets (n) {n} [importancia]
tontería (n) [importancia] {f} gelul (n) {n} [importancia]
tontería (n adj v int) [deceitful statements, etc] {f} gelul (n adj v int) {n} [deceitful statements, etc]
tontería (n) [importancia] {f} flauwekul (n) {m} [importancia]
tontería (n) [comportamiento] {f} dwaasheid (n) {f} [comportamiento]
tontería (n adj v int) [deceitful statements, etc] {f} onzin (n adj v int) {m} [deceitful statements, etc]
tontería (n) [importancia] {f} gezwam (n) {n} [importancia]
tontería (n) [importancia] {f} blabla (n) {m} [importancia]
tontería (n v) [nonsensical talk or thinking] {f} nonsens (n v) {m} [nonsensical talk or thinking]
tontería (n) [importancia] {f} nonsens (n) {m} [importancia]
tontería (n) [comportamiento] {f} imbeciliteit (n) {f} [comportamiento]
tontería (n) [comportamiento] {f} idiootheid (n) {f} [comportamiento]
tontería (n) [comportamiento] {f} stompzinnigheid (n) {f} [comportamiento]

Spaans Nederlands vertalingen

ES Synoniemen voor tontería NL Vertalingen
incoherencia [absurdo] f onbegrijpelijkheid {f}
barbaridad [absurdo] f lompheid {f}
necedad [absurdo] f gekheid {f}
disparate [absurdo] m kletskoek {m}
desatino [barbaridad] m onmatigheid {f}
idiotez [sandez] f bullshit (n adj v int)
bobada [sandez] nonsens {m}
detalle [minucia] m kleinigheid {f}
bagatela [minucia] f onbenulligheid (n)
pequeñez [minucia] f wissewasje {n}
desacierto [disparate] m verkeerde beoordeling {f}
error [disparate] m afwijking {f}
absurdo [disparate] m absurd
insensatez [disparate] f zinloosheid {f}
extravagancia [disparate] f wispelturigheid {f}
equivocación [disparate] f missertje {n}
fallo [disparate] m fout {m}
falla [disparate] f breuk {m}
estupidez [disparate] f gekheid {f}
incultura [necedad] f onhoffelijkheid {f}