Zoek woord opscheppen heeft 21 resultaten
NL Nederlands ES Spaans
opscheppen (n) [gedrag] {n} jactancia (n) {f} [gedrag]
opscheppen (n v) [brag] {n} vanagloria (n v) [brag]
opscheppen (v) [constructie] {n} levantar con una pala (v) [constructie]
opscheppen (n) [gedrag] {n} pomposidad (n) {f} [gedrag]
opscheppen (v) [soep] {n} servir con cucharón (v) [soep]
NL Nederlands ES Spaans
opscheppen (v) [aktie] {n} sacar con una pala (v) [aktie]
opscheppen (n) [gedrag] {n} alarde (n) {m} [gedrag]
opscheppen (n v) [brag] {n} alarde (n v) {m} [brag]
opscheppen (n) [gedrag] {n} vanidad (n) {f} [gedrag]
opscheppen (n) [gedrag] {n} presunción (n) {f} [gedrag]
opscheppen (n v) [brag] {n} presunción (n v) {f} [brag]
opscheppen (v) [aktie] {n} recoger (v) [aktie]
opscheppen (n v) [brag] {n} jactancia (n v) {f} [brag]
opscheppen (n v) [brag] {n} fanfarronada (n v) {f} [brag]
opscheppen (n v) [brag] {n} ostentación (n v) {f} [brag]
opscheppen (v n adj) [to boast] {n} presumir (v n adj) [to boast]
opscheppen (v) [ijdelheid] {n} presumir (v) [ijdelheid]
opscheppen (v n adj) [to boast] {n} fanfarronear (v n adj) [to boast]
opscheppen (v) [ijdelheid] {n} fanfarronear (v) [ijdelheid]
opscheppen (v n adj) [to boast] {n} jactarse (v n adj) [to boast]
opscheppen (v) [ijdelheid] {n} jactarse (v) [ijdelheid]
NL Synoniemen voor opscheppen ES Vertalingen
scheppen [opscheppen] skapa
opsnijden [hoog opgeven] kråma sig
snoeven [hoog opgeven] kråma sig
pochen [hoog opgeven] kråma sig
serveren [opdissen] servera
bluffen [opsnijden] bluffa