Zoek woord naar beneden toe afronden heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
naar beneden toe afronden (v) [bedrag] redondear (v) [bedrag]

NL ES Vertalingen voor naar

naar (a) [gevoelens] desagradable (a) [gevoelens]
naar (a) [ruiken] desagradable (a) [ruiken]
naar (adj adv n v) [tricky; stressful; unpleasant] desagradable (adj adv n v) [tricky; stressful; unpleasant]
naar (a) [gevoelens] horrible (a) [gevoelens]
naar (a) [ruiken] horrible (a) [ruiken]
naar a
naar (prep) [against, next to, near, towards] a (prep) [against, next to, near, towards]
naar (o) [bestemming] a (o) [bestemming]
naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] a (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
naar (o) [richting] a (o) [richting]

NL ES Vertalingen voor beneden

beneden (o) [bijwoord] abajo (o) [bijwoord]
beneden (o) [gebouw] abajo (o) [gebouw]
beneden (o) [lager dan] abajo (o) [lager dan]
beneden (o) [positie] abajo (o) [positie]
beneden (o) [voorzetsel] abajo (o) [voorzetsel]
beneden (adv prep) [below or underneath] bajo (adv prep) {m} [below or underneath]
beneden (o) [lager dan] bajo (o) {m} [lager dan]
beneden (o) [voorzetsel] bajo (o) {m} [voorzetsel]
beneden (o) [bijwoord] planta baja (o) {f} [bijwoord]
beneden (o) [gebouw] planta baja (o) {f} [gebouw]

NL ES Vertalingen voor toe

toe (adj) [not open] cerrado (adj) [not open]

NL ES Vertalingen voor afronden

afronden (v) [To finish off a task completely] {n} terminar (v) [To finish off a task completely]
afronden (v) [bedrag] {n} terminar (v) [bedrag]
afronden (v) [bekronen] {n} terminar (v) [bekronen]
afronden (v) [tot een einde brengen] {n} terminar (v) [tot een einde brengen]
afronden (v) [vergadering] {n} terminar (v) [vergadering]
afronden (v) [To finish off a task completely] {n} concluir (v) [To finish off a task completely]
afronden (v) [bedrag] {n} concluir (v) [bedrag]
afronden (v) [bekronen] {n} concluir (v) [bekronen]
afronden (v) [tot een einde brengen] {n} concluir (v) [tot een einde brengen]
afronden (v) [vergadering] {n} concluir (v) [vergadering]