Zoek woord je heeft 80 resultaten
NL Nederlands ES Spaans
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] ti (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] le (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] le (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] le (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] le (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
NL Nederlands ES Spaans
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] le (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (o) [algemeen] le (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] ti (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] ti (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] ti (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (o) [algemeen] les (o) [algemeen]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] ti (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] ti (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (o) [algemeen] ti (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] te (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] te (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] te (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] te (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] te (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] te (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] os (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] vosotras (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed]
je (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed] vos (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [one] se (pronoun determiner) [one]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] se (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)] su (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)]
je (pronoun determiner) [one] uno (pronoun determiner) {m} [one]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] os (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] os (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] os (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (o) [algemeen] te (o) [algemeen]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] os (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] os (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed]
je (o) [algemeen] os (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] les (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] les (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] les (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] les (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] les (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] les (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed] usted (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] usted (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] usted (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] usted (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] usted (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (o) [algemeen] usted (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed] (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] usted (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (o) [algemeen] (o) [algemeen]
je (pronoun conj) [possessive determiner] tuyo (pronoun conj) [possessive determiner]
je (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] vuestros (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]
je (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.] vuestros (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.]
je (pronoun conj) [possessive determiner] tu (pronoun conj) [possessive determiner]
je (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] tu (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]
je (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.] tu (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] vosotros (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] ustedes (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] ustedes (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed] ustedes (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] ustedes (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] ustedes (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] ustedes (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] ustedes (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] ustedes (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed]
je (o) [algemeen] ustedes (o) [algemeen]
je (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)] tu (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] vosotros (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed] vosotros (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] vosotros (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] vosotros (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] vosotros (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] vosotros (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] vosotros (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed]
je (o) [algemeen] vosotros (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] usted (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]