Zoek woord het bewijs geven van heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
het bewijs geven van (v) [algemeen] probar (v) [algemeen]
het bewijs geven van (v) [algemeen] demostrar (v) [algemeen]

NL ES Vertalingen voor het

het el
het (article adv) [article] el (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] el (o) [bepaald lidwoord]
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] el (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
het (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] el (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
het (article adv) [with a superlative] el (article adv) [with a superlative]
het (v int) [to endeavor to gain someone's affection] jotear (v int) [to endeavor to gain someone's affection] (v int)
het (article adv) [article] la (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] la (o) [bepaald lidwoord]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] la (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]

NL ES Vertalingen voor bewijs

bewijs (n) [algemeen] {n} prueba (n) {f} [algemeen]
bewijs (n v) [anything admitted by a court as proof] {n} prueba (n v) {f} [anything admitted by a court as proof]
bewijs (n v) [facts presented in support of an assertion] {n} prueba (n v) {f} [facts presented in support of an assertion]
bewijs (n) [feiten] {n} prueba (n) {f} [feiten]
bewijs (n) [rechten] {n} prueba (n) {f} [rechten]
bewijs (n) [teken] {n} prueba (n) {f} [teken]
bewijs (n) [theorie] {n} prueba (n) {f} [theorie]
bewijs (n) [algemeen] {n} evidencia (n) {f} [algemeen]
bewijs (n v) [anything admitted by a court as proof] {n} evidencia (n v) {f} [anything admitted by a court as proof]
bewijs (n) [feiten] {n} evidencia (n) {f} [feiten]

NL ES Vertalingen voor geven

geven (v n) [to assign a role in a play or performance] elenco (v n) [to assign a role in a play or performance]
geven (v n) [transfer the possession of something to someone else] entregar (v n) [transfer the possession of something to someone else]
geven (v) [voorwerp] entregar (v) [voorwerp]
geven (v) [voorwerpen] entregar (v) [voorwerpen]
geven dar
geven (v) [algemeen] dar (v) [algemeen]
geven (v) [geschenk] dar (v) [geschenk]
geven (v) [overhandigen] dar (v) [overhandigen]
geven (v) [spelen - kaarten] dar (v) [spelen - kaarten]
geven (v n) [transfer the possession of something to someone else] dar (v n) [transfer the possession of something to someone else]

NL ES Vertalingen voor van

van (v prep) [be the property of] a (v prep) [be the property of]
van (o) [algemeen] por (o) [algemeen]
van (o) [bezit] por (o) [bezit]
van (o) [boeken] por (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] por (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] por (o) [plaats]
van (o) [tijd] por (o) [tijd]
van de
van (o) [algemeen] de (o) [algemeen]
van (o) [bezit] de (o) [bezit]