Woxikon / Woordenboek / Nederlands Spaans / D / de schuld schuiven op

NL ES Nederlands Spaans vertalingen voor de schuld schuiven op

Zoek woord de schuld schuiven op heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
de schuld schuiven op (v) [schuld] echar la culpa a (v) [schuld]

NL ES Vertalingen voor de

de (v n) [raise a corner of the upper lip slightly in scorn] burlarse (v n) [raise a corner of the upper lip slightly in scorn]
de (adj v) [permitted to] capaz (adj v) [permitted to]
de el
de (article adv) [article] el (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] el (o) [bepaald lidwoord]
de (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] el (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
de (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] el (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
de (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] el! (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] (article adv)
de (article adv) [article] la (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] la (o) [bepaald lidwoord]

NL ES Vertalingen voor schuld

schuld (n) [action, state of mind, or object one has an obligation to perform for another] {m} deuda (n) {f} [action, state of mind, or object one has an obligation to perform for another]
schuld (n) [algemeen] {m} deuda (n) {f} [algemeen]
schuld (n) [persoon] {m} deuda (n) {f} [persoon]
schuld (n) [rechten] {m} deuda (n) {f} [rechten]
schuld (n) [verantwoordelijkheid] {m} deuda (n) {f} [verantwoordelijkheid]
schuld {m} culpa {f}
schuld (n) [algemeen] {m} culpa (n) {f} [algemeen]
schuld (n) [persoon] {m} culpa (n) {f} [persoon]
schuld (n) [rechten] {m} culpa (n) {f} [rechten]
schuld (n v) [responsibility for wrongdoing] {m} culpa (n v) {f} [responsibility for wrongdoing]

NL ES Vertalingen voor schuiven

schuiven (v) [beweging] arrastrarse (v) [beweging]
schuiven (v) [beweging] escabullirse (v) [beweging]
schuiven (v) [beweging] andar a gatas (v) [beweging]
schuiven (v n) [to cause to move in contact with a surface] deslizar (v n) [to cause to move in contact with a surface] (informal)

NL ES Vertalingen voor op

op (adv prep adj n v) [finished] terminado (adv prep adj n v) [finished]
op (adv prep adj n v) [finished] acabado (adv prep adj n v) {m} [finished]
op (prep) [mathematics: considering all members of an equivalence class the same] salvo (prep) [mathematics: considering all members of an equivalence class the same]
op (o) [algemeen] a (o) [algemeen]
op (o) [dimensie] a (o) [dimensie]
op (o) [nabijheid] a (o) [nabijheid]
op (o) [ter ere van] a (o) [ter ere van]
op (o) [voorzetsel] a (o) [voorzetsel]
op (o) [wakker] a (o) [wakker]
op (n v) [to spend or take a vacation] vacacionar (n v) [to spend or take a vacation] (n v)