Zoek woord what date in heeft eén resultaat
Ga naar
EN Engels NL Nederlands
what date in (o) [day] de hoeveelste (o) [day]

EN NL Vertalingen voor what

what dat
what wat
what (o) [indicative pronoun] wat (o) [indicative pronoun]
what (o) [interrogative pronoun] wat (o) [interrogative pronoun]
what (o) [relative pron. - object - sg.] wat (o) [relative pron. - object - sg.]
what (a) [interrogative determiner - pl.] welke (a) [interrogative determiner - pl.]
what (a) [interrogative determiner - sg.] welke (a) [interrogative determiner - sg.]
what (o) [indicative pronoun] hetgeen (o) [indicative pronoun]
what (o) [relative pron. - object - sg.] hetgeen (o) [relative pron. - object - sg.]
what (o) [indicative pronoun] datgene (o) [indicative pronoun]

EN NL Vertalingen voor date

date (n) [love - woman] afspraakje (n) {f} [love - woman]
date (n v) [assigned end; conclusion] einde (n v) {n} [assigned end; conclusion]
date (v) [person] uitgaan (v) [person]
date (v) [person] afspraakjes hebben (v) [person]
date (v) [love] uitgaan met (v) [love]
date (v) [love] omgaan met (v) [love]
date dactylus {m}
date (v) [general] dateren (v) [general]
date (n) [botany - fruit] dadel (n) {m} [botany - fruit]
date (n) [calendar] datum (n) {m} [calendar]

EN NL Vertalingen voor in

in te
in (o) [proximity] bij (o) {m} [proximity]
in (o) [proximity] op (o) [proximity]
in (o) [proximity] aan (o) [proximity]
in in
in (o) [preposition] in (o) [preposition]
in (o) [proximity] in (o) [proximity]
in binnen
in per