werken als een team vertaling - Nederlands Engels vertaling voor werken als een team

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Engels / W / werken als een team

Zoek woord werken als een team heeft 2 resultaten

Ga naar

NL	Nederlands	EN	Engels
	werken als een team [beroep]		work as a team [beroep]
	werken als een team [beroep]		do teamwork [beroep]

NL EN Vertalingen voor werken

	werken [werk] {n} gewerkt werkt werken werkte werkten		labor [werk] labored labor labor labored labored
	werken {n} gewerkt werkt werken werkte werkten		work worked work work worked worked
	werken [algemeen] {n} gewerkt werkt werken werkte werkten		work [algemeen] worked work work worked worked
	werken [mechanisch] {n} gewerkt werkt werken werkte werkten		work [mechanisch] worked work work worked worked
	werken [mechanisch] {n} gewerkt werkt werken werkte werkten		go [mechanisch] gone go go went went
	werken [verkeersteken] {n}		construction [verkeersteken]
	werken [verkeersteken] {n}		men at work [verkeersteken]
	werken [mechanisch] {n} gewerkt werkt werken werkte werkten		operate [mechanisch] operated operate operate operated operated
	werken [mechanisch] {n} gewerkt werkt werken werkte werkten		function [mechanisch] functioned function function functioned functioned
	werken [schrijven] {n}		works [schrijven]

NL EN Vertalingen voor als

	als [voorwaarde]		if [voorwaarde]
	als [manier]		like [manier] (formal)
	als [algemeen]		considering that [algemeen]
	als [algemeen]		when [algemeen]
	als (adv conj pronoun n) [as soon as]		when (adv conj pronoun n) [as soon as]
	als [voegwoord]		when [voegwoord]
	als [voegwoord]		once [voegwoord]
	als		as
	als [manier]		in the same way as [manier]
	als [mogelijkheid]		in case [mogelijkheid]

NL EN Vertalingen voor een

	een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m}		some [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
	een {m}		one
	een [algemeen] {m}		one [algemeen]
	een [hoofdtelwoord] {m}		one [hoofdtelwoord]
	een [hoofdtelwoord] {m}		one [hoofdtelwoord]
	een [hoofdtelwoord] {m}		one [hoofdtelwoord]
	een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m}		a [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
	een [onbepaald lidwoord] {m}		a [onbepaald lidwoord]
	een {m}		an
	een [onbepaald lidwoord] {m}		an [onbepaald lidwoord]

NL EN Vertalingen voor team

	team [sport - voetbal] {n}		eleven [sport - voetbal]
	team [samenwerking] {n}		squad [samenwerking]
	team {n}		team
	team [algemeen] {n}		team [algemeen]
	team [sport - voetbal] {n}		team [sport - voetbal]
	team {n}		detachment