Woxikon / Woordenboek / Nederlands Engels / S / stoppen

NL EN Nederlands Engels vertalingen voor stoppen

Zoek woord stoppen heeft 28 resultaten
Ga naar Nederlands » Engels
NL Nederlands EN Engels
stoppen [activiteit] {n} discontinue [activiteit]
stoppen {n} constipate
stoppen [kleding] {n} darning [kleding]
stoppen (adj adv int v) [stitch with thread] {n} darn (adj adv int v) [stitch with thread]
stoppen [kleding] {n} darn [kleding]
NL Nederlands EN Engels
stoppen [algemeen] {n} tuck [algemeen]
stoppen [achteloos] {n} shove [achteloos]
stoppen [gat] {n} fill in [gat]
stoppen [gat] {n} fill up [gat]
stoppen [persoon] {n} halt [persoon]
stoppen [voertuigen] {n} come to a stop [voertuigen]
stoppen [persoon] {n} come to a stop [persoon]
stoppen [voertuigen] {n} pull up [voertuigen]
stoppen [activiteit] {n} stop [activiteit]
stoppen [activiteit] {n} end [activiteit]
stoppen [activiteit] {n} terminate [activiteit] (formal)
stoppen [activiteit] {n} desist from [activiteit] (formal)
stoppen [activiteit] {n} cut out [activiteit]
stoppen [activiteit] {n} cease [activiteit] (formal)
stoppen [activiteit] {n} quit [activiteit]
stoppen [gat] {n} plug up [gat]
stoppen [gat] {n} stop up [gat]
stoppen [persoon] {n} stop [persoon]
stoppen [gat] {n} stop [gat]
stoppen (adv n v) [cause (something) to cease moving] {n} stop (adv n v) [cause (something) to cease moving]
stoppen [auto's] {n} stop [auto's]
stoppen {n} cease (formal)
stoppen {n} clog
NL Synoniemen voor stoppen EN Vertalingen
remmen [afremmen] n bromsa
neerzetten [neerpoten] lägga
opbergen [bewaren] låsa undan
wegbergen [bewaren] stuva undan
laten [bewaren] få
halt houden [stilstaan] göra halt
bewaren [laten] beskydda
ophouden [eindigen] n ända (u)
uitscheiden [eindigen] avsöndra
plaatsen [opbergen] ställa
steken [opbergen] sticka (informal)
stilstaan [halt houden] stanna
opvullen [dichtmaken] fylla
volproppen [dichtmaken] n belamra
volstoppen [dichtmaken] n packa
stopzetten [stilleggen] blockera
uitzetten [stilleggen] utlämna
opschorten [beëindigen] ge anstånd
uitschakelen [beëindigen] avaktivera
afhaken [ophouden] avstå från