Zoek woord scheiden heeft 20 resultaten
NL Nederlands EN Engels
scheiden [afscheiden] {n} dissociate [afscheiden]
scheiden [voorwerpen] {n} disconnect [voorwerpen]
scheiden [technisch] {n} separation [technisch]
scheiden [mensen] {n} split up [mensen]
scheiden [ongeval] {n} sever from [ongeval]
NL Nederlands EN Engels
scheiden [relatie] {n} end a relationship [relatie]
scheiden {n} divide
scheiden [afscheiden] {n} disassociate [afscheiden]
scheiden (v) [chemistry: to separate compounds into simpler parts] {n} dissociate (v) [chemistry: to separate compounds into simpler parts]
scheiden [grens] {n} sever [grens]
scheiden [relatie] {n} break up [relatie]
scheiden [intransitief] {n} part [intransitief]
scheiden [voorwerpen] {n} separate [voorwerpen]
scheiden [scheidingsmuur] {n} separate [scheidingsmuur]
scheiden [relatie] {n} separate [relatie]
scheiden [grens] {n} separate [grens]
scheiden [chemie] {n} separate [chemie]
scheiden [afscheiden] {n} separate [afscheiden]
scheiden [ongeval] {n} cut off [ongeval]
scheiden {n} disintegrate
NL Synoniemen voor scheiden EN Vertalingen
verdelen [splitsen] allot
onderscheiden [afzonderen] distinguish
discrimineren [afscheiden] discriminate
loskoppelen [afkoppelen] unhook
afscheiden [onderscheiden] exude
splitsen [onderverdelen] fission
isoleren [apart houden] insulate
weghouden [apart houden] hold off
afzonderen [apart houden] segregate