Zoek woord practice heeft 15 resultaten
EN Engels NL Nederlands
practice (n) [habit] gebruik (n) {n} [habit]
practice (n) [habit] gewoonte (n) {f} [habit]
practice aanwenden
practice (v) [profession] uitoefenen (v) [profession]
practice (v) [profession] beoefenen (v) [profession]
EN Engels NL Nederlands
practice (v) [profession] praktizeren (v) [profession]
practice (n) [general] praktijk (n) {m} [general]
practice (n) [habit] praktijk (n) {m} [habit]
practice (n) [medicine] praktijk (n) {m} [medicine]
practice (n) [profession] praktijk (n) {m} [profession]
practice (n) [training] praktijk (n) {m} [training]
practice (n) [training] oefening (n) {f} [training]
practice (v) [training] trainen (v) {n} [training]
practice doorvoeren
practice (v) [training] oefenen (v) [training]

Engels Nederlands vertalingen