NL EN Nederlands Engels vertalingen voor op zijn stuk blijven staan
Zoek woord op zijn stuk blijven staan heeft 5 resultaten
Ga naar
NL | Nederlands | EN | Engels | |
---|---|---|---|---|
op zijn stuk blijven staan [overtuiging] | stand out [overtuiging] | |||
op zijn stuk blijven staan [overtuiging] | hold out [overtuiging] | |||
op zijn stuk blijven staan [overtuiging] | not yield [overtuiging] | |||
op zijn stuk blijven staan [overtuiging] | stand firm [overtuiging] | |||
op zijn stuk blijven staan [overtuiging] | hold firm [overtuiging] |
NL EN Vertalingen voor op
op [algemeen] | to [algemeen] | |||
op [ter ere van] | to [ter ere van] | |||
op [nabijheid] | at [nabijheid] | |||
op [wakker] | up [wakker] | |||
op [dimensie] | by [dimensie] | |||
op [wakker] | out of bed [wakker] | |||
op [deel] | out of [deel] | |||
op [voorzetsel] | on [voorzetsel] | |||
op | upon (formal) | |||
op [voorzetsel] | upon [voorzetsel] (formal) |
NL EN Vertalingen voor zijn
zijn [bestaan] {n} | living [bestaan] | |||
zijn [filosofie] {n} | existence [filosofie] | |||
zijn [plaats] {n} | be located [plaats] | |||
zijn {n} | be | |||
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} | be (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] | |||
zijn [algemeen] {n} | be [algemeen] | |||
zijn [filosofie] {n} | be [filosofie] | |||
zijn [plaats] {n} | be [plaats] | |||
zijn [filosofie] {n} | exist [filosofie] | |||
zijn [bestaan] {n} | existing [bestaan] |
NL EN Vertalingen voor stuk
stuk [lap grond] {n} | stretch [lap grond] | |||
stuk (adv determiner n) [apiece] {n} | all (adv determiner n) [apiece] | |||
stuk {n} | part | |||
stuk [machine] {n} | defective [machine] | |||
stuk [meisje] {n} | knockout [meisje] (slang) | |||
stuk [deel] {n} | bit [deel] | |||
stuk {n} | piece | |||
stuk [deel] {n} | piece [deel] | |||
stuk [deel] {n} | small part [deel] | |||
stuk [deel] {n} | morsel [deel] |
NL EN Vertalingen voor blijven
blijven (n v) [To continue to have a particular quality] | stay (n v) [To continue to have a particular quality] | |||
blijven [algemeen] | stay [algemeen] | |||
blijven [plaats] | stay [plaats] | |||
blijven [tijd] | stay [tijd] | |||
blijven [verblijven] | stay [verblijven] | |||
blijven | keep | |||
blijven [verblijven] | abide [verblijven] | |||
blijven [aanhouden] | keep on [aanhouden] | |||
blijven [aanhouden] | continue to [aanhouden] | |||
blijven [duur] | remain [duur] |