Zoek woord make a speech heeft 6 resultaten
EN Engels NL Nederlands
make a speech (v) [speech] oreren (v) [speech]
make a speech (v) [speech] een speech afsteken (v) [speech]
make a speech (v) [speech] retorisch spreken (v) [speech]
make a speech (v) [speech] spreken (v) {n} [speech]
make a speech (v) [speech] een toespraak houden (v) [speech]
EN Engels NL Nederlands
make a speech (v) [speech] een voordracht houden (v) [speech]

EN NL Vertalingen voor make

make (v) [speech] afsteken (v) [speech]
make (v) [speech] houden (v) [speech]
make bedrijven
make (v) [action] doen (v) [action]
make (v) [action] maken (v) [action]
make (v) [general] maken (v) [general]
make (v) [profit] maken (v) [profit]
make (n) [product] merk (n) {n} [product]
make (v) [wages] verdienen (v) [wages]

EN NL Vertalingen voor a

a (a) [indefinite determiner] enig (a) [indefinite determiner]
a te
a in
a binnen
a (o) [indefinite article] een (o) {m} [indefinite article]
a (a) [indefinite determiner] een (a) {m} [indefinite determiner]
a (a) [indefinite determiner] een of ander (a) [indefinite determiner]
a per

EN NL Vertalingen voor speech

speech (n) [an oration, session of speaking] toespraak (n) {m} [an oration, session of speaking]
speech (n) [formal] toespraak (n) {m} [formal]
speech (n) [an oration, session of speaking] speech (n) {m} [an oration, session of speaking]
speech (n) [formal] speech (n) {m} [formal]
speech (n) [formal] redevoering (n) {f} [formal]
speech (n) [action] spreken (n) {n} [action]
speech oratie {f}
speech (n) [general] taal (n) {m} [general]
speech (n) [general] gesproken taal (n) {m} [general]
speech (n) [mental faculty] spraak (n) {m} [mental faculty]