Zoek woord let one's tongue get away with one heeft 3 resultaten
Ga naar

EN NL Vertalingen voor let

let (v) [mathematics] veronderstellen (v) [mathematics]
let (v) [mathematics] onderstellen (v) [mathematics]
let (v) [mathematics] geven (v) [mathematics]
let (v) [permission] toelaten (v) [permission]
let (v) [permission] toestaan (v) [permission]
let (v) [permission] veroorloven (v) [permission]
let laten
let (v) [mathematics] stellen (v) [mathematics]
let laten schieten
let laten begaan

EN NL Vertalingen voor tongue

tongue tong {m}
tongue (n) [anatomy] tong (n) {m} [anatomy]
tongue (n v) [flap in a shoe] tong (n v) {m} [flap in a shoe]

EN NL Vertalingen voor get

get (v) [fetch] halen (v) [fetch]
get (v) [fetch] brengen (v) [fetch]
get (v) [fetch] meebrengen (v) [fetch]
get (v) [disease] krijgen (v) [disease]
get (v) [present] krijgen (v) [present]
get (v) [acquire] verwerven (v) {n} [acquire]
get (v) [disease] oplopen (v) [disease]
get (v) [disease] vatten (v) [disease]
get (v) [disease] opdoen (v) [disease]
get (v) [general] worden (v) {n} [general]

EN NL Vertalingen voor away

away over
away (o) [aside] apart (o) [aside]
away (o) [aside] opzij (o) [aside]
away (o) [aside] weg (o) {m} [aside]
away (o) [distance] weg (o) {m} [distance]
away heen
away vandoor

EN NL Vertalingen voor with

with (o) [in the company of] bij (o) {m} [in the company of]
with (prep) [against] tegen (prep) [against]
with met
with (prep) [against] met (prep) [against]
with (o) [at the same rate as] met (o) [at the same rate as]
with (o) [feature] met (o) [feature]
with (o) [general] met (o) [general]
with (o) [in the case of] met (o) [in the case of]
with samen met
with bij {m}

EN NL Vertalingen voor one

one (a) [indefinite determiner] een zekere (a) [indefinite determiner]
one (a) [indefinite determiner] één of andere (a) [indefinite determiner]
one (n) [cardinal number] een (n) {m} [cardinal number]
one (a) [cardinal number] een (a) {m} [cardinal number]
one (o) [cardinal number] een (o) {m} [cardinal number]
one (a) [general] een (a) {m} [general]
one één {n}
one (a) [cardinal number] één (a) {n} [cardinal number]
one (o) [indefinite pers. pron.] men (o) [indefinite pers. pron.]
one een {m}