lay down vertaling - Nederlands Engels vertaling voor lay down

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Engels / L / lay down

Zoek woord lay down heeft 9 resultaten

Ga naar Engels » Nederlands

EN	Engels	NL	Nederlands
	lay down (v) [clothing]		afnemen (v) [clothing]
	lay down (v) [clothing]		afdoen (v) [clothing]
	lay down (v) [clothing]		uitdoen (v) [clothing]
	lay down (v) [clothing]		afleggen (v) [clothing]
	lay down (v) [position]		leggen (v) {n} [position]

EN	Engels	NL	Nederlands
	lay down (v) [general]		neerleggen (v) [general]
	lay down (v) [objects]		neerleggen (v) [objects]
	lay down (v) [position]		neerleggen (v) [position]
	lay down (v) [objects]		neerzetten (v) [objects]

EN NL Vertalingen voor lay

	lay (v) [objects] laid lay lay laid laid		zetten (v) [objects] gezet zet zetten zetten zette
	lay (v) [egg] laid lay lay laid laid		leggen (v) {n} [egg] gelegd leggen legt legden legde
	lay (v) [floor] laid lay lay laid laid		leggen (v) {n} [floor] gelegd leggen legt legden legde
	lay (v) [objects] laid lay lay laid laid		leggen (v) {n} [objects] gelegd leggen legt legden legde
	lay (v) [position] laid lay lay laid laid		leggen (v) {n} [position] gelegd leggen legt legden legde
	lay (v) [objects] laid lay lay laid laid		plaatsen (v) [objects] geplaatst plaatsen plaatst plaatste plaatsten
	lay (v) [position] laid lay lay laid laid		neerleggen (v) [position] neergelegd leggen neer legt neer legde neer legden neer

EN NL Vertalingen voor down

	down (o) [direction]		naar beneden (o) [direction]
	down (o) [direction]		naar onder (o) [direction]
	down (o) [money]		contant (o) [money]
	down (o) [money]		vooraf (o) [money]
	down (a) [feelings]		ontmoedigd (a) [feelings]
	down (a) [feelings]		neerslachtig (a) [feelings]
	down (a) [feelings]		gedeprimeerd (a) [feelings]
	down (a) [feelings]		terneergeslagen (a) [feelings]
	down (a) [feelings]		bedrukt (a) [feelings]
	down (a) [feelings]		somber (a) [feelings]

Engels Nederlands vertalingen

EN	Synoniemen voor lay down	NL	Vertalingen
	decree [impose]		verordenen
	instruct [impose]		instrueren
	direct [impose]		mennen
	regiment [impose]		regiment {n}
	ordain [impose]		uittrekken
	prescribe [impose]		voorschrijven
	dictate [impose]		dicteren
	rest [place]		daarbij laten (n v)
	lay [place]		neerleggen
	drop [place]		val {m}
	set [place]		inrichting {f}
	locate [place] (formal		leggen {n}
	put [place]		aanspannen
	deposit [place]		in bewaring geven