Zoek woord Kalender van een schrikkeljaar dat op woensdag begint heeft eén resultaat
Ga naar

NL EN Vertalingen voor kalender

kalender [algemeen] {m} almanac [algemeen]
kalender {m} calendar
kalender (n v) [list of planned events] {m} calendar (n v) [list of planned events]
kalender [tijd] {m} calendar [tijd]
kalender (n v) [machine] {m} calender (n v) [machine]

NL EN Vertalingen voor van

van [algemeen] to [algemeen]
van [boeken] by [boeken]
van of
van [algemeen] of [algemeen]
van [bezit] of [bezit]
van [boeken] of [boeken]
van [materiaal] of [materiaal]
van [oorsprong] of [oorsprong]
van [oorsprong] originating from [oorsprong]
van [oorsprong] from [oorsprong]

NL EN Vertalingen voor een

een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} some [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een {m} one
een [algemeen] {m} one [algemeen]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} a [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een [onbepaald lidwoord] {m} a [onbepaald lidwoord]
een {m} an
een [onbepaald lidwoord] {m} an [onbepaald lidwoord]

NL EN Vertalingen voor schrikkeljaar

NL EN Vertalingen voor dat

dat [aanwijzend] that [aanwijzend]
dat [aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.] that [aanwijzend bijvoeglijk nw. - enk.]
dat [aanwijzend voornaamwoord] that [aanwijzend voornaamwoord]
dat [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] that [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
dat [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.] that [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.]
dat [voegwoord] that [voegwoord]
dat which
dat [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] which [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
dat [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.] which [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.]
dat who

NL EN Vertalingen voor op

op [algemeen] to [algemeen]
op [ter ere van] to [ter ere van]
op [nabijheid] at [nabijheid]
op [wakker] up [wakker]
op [dimensie] by [dimensie]
op [wakker] out of bed [wakker]
op [deel] out of [deel]
op [voorzetsel] on [voorzetsel]
op upon (formal)
op [voorzetsel] upon [voorzetsel] (formal)

NL EN Vertalingen voor woensdag

woensdag {m} Wednesday
woensdag [dag] {m} Wednesday [dag]
woensdag (n adv) [day of the week] {m} Wednesday (n adv) [day of the week]