NL EN Nederlands Engels vertalingen voor iemand een ongeluk laten schrikken
Zoek woord iemand een ongeluk laten schrikken heeft 4 resultaten
Ga naar
NL | Nederlands | EN | Engels | |
---|---|---|---|---|
iemand een ongeluk laten schrikken [vrees] | scare the wits out of someone [vrees] | |||
iemand een ongeluk laten schrikken [vrees] | scare someone to death [vrees] | |||
iemand een ongeluk laten schrikken [vrees] | scare someone silly [vrees] | |||
iemand een ongeluk laten schrikken [vrees] | scare the life out of someone [vrees] |
NL EN Vertalingen voor iemand
iemand [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | anyone [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | |||
iemand [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | anyone [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | |||
iemand [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | anybody [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | |||
iemand [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | anybody [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | |||
iemand [onbepaald voornaamwoord - m.] | somebody [onbepaald voornaamwoord - m.] | |||
iemand (pronoun n) [some unspecified person] | somebody (pronoun n) [some unspecified person] | |||
iemand | someone | |||
iemand [onbepaald voornaamwoord - m.] | someone [onbepaald voornaamwoord - m.] | |||
iemand (pronoun n) [some person] | someone (pronoun n) [some person] | |||
iemand (v) [to snub] | give somebody the cold shoulder (v) [to snub] (v) |
NL EN Vertalingen voor een
een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} | some [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] | |||
een {m} | one | |||
een [algemeen] {m} | one [algemeen] | |||
een [hoofdtelwoord] {m} | one [hoofdtelwoord] | |||
een [hoofdtelwoord] {m} | one [hoofdtelwoord] | |||
een [hoofdtelwoord] {m} | one [hoofdtelwoord] | |||
een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} | a [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] | |||
een [onbepaald lidwoord] {m} | a [onbepaald lidwoord] | |||
een {m} | an | |||
een [onbepaald lidwoord] {m} | an [onbepaald lidwoord] |
NL EN Vertalingen voor ongeluk
ongeluk [verkeer] {n} | crash [verkeer] | |||
ongeluk {n} | accident | |||
ongeluk [gebeurtenis] {n} | accident [gebeurtenis] | |||
ongeluk [verkeer] {n} | accident [verkeer] | |||
ongeluk [algemeen] {n} | adversity [algemeen] | |||
ongeluk [tegenslag] {n} | adversity [tegenslag] | |||
ongeluk [algemeen] {n} | misfortune [algemeen] | |||
ongeluk [tegenslag] {n} | misfortune [tegenslag] | |||
ongeluk (n) [misfortune] {n} | bad luck (n) [misfortune] | |||
ongeluk [tegenslag] {n} | bad luck [tegenslag] |
NL EN Vertalingen voor laten
laten [stuk] | leave [stuk] | |||
laten [vergeten] | leave [vergeten] | |||
laten | cause | |||
laten (n v) [ascribe the greatest importance] | feature (n v) [ascribe the greatest importance] | |||
laten [stuk] | leave over [stuk] | |||
laten | allow | |||
laten | let |